Examples of using "Mangeais" in a sentence and their dutch translations:
Ik at alleen.
Ik at patat.
Eetbuien en weer uitbraken.
Ik heb gegeten.
- Ik at patat.
- Ik at friet.
- Ik heb friet gegeten.
- Ik heb patat gegeten.
- Ik heb frietjes gegeten.
Ik at appels.
Ik at rijst.
Jullie aten.
- Ik heb jouw citroen opgegeten.
- Ik heb uw citroen opgegeten.
- Ik at jouw aardbeien.
- Ik at uw aardbeien.
- Ik at jullie aardbeien.
Ik heb de appel opgegeten.
Ik heb horen zeggen dat je geen vlees at.