Examples of using "Choisis" in a sentence and their dutch translations:
- Kies!
- Maak je keuze.
Kies er één.
Kies!
Wat ga je nemen?
Ik kies deze.
Ik kies jou.
Kies er één.
- Ik kies u.
- Ik kies jullie.
Kies er één.
Kies zorgvuldig.
Ik kies ervoor om te bidden.
Maak je keuze.
Kies willekeurig drie boeken.
Ik kies jou niet.
Kies één persoon.
Ze waren willekeurig uitgekozen.
Kies iets.
Kies gewoon drie boeken uit, maakt niet uit welke.
Kies niet meer dan één persoon a.u.b.
Kies het juiste woord!
De proefpersonen voor het experiment waren toevallig uitgekozen.
Je moet besluiten wat voor persoon je wilt zijn.
- Kies mij!
- Kies me!
Kies een vrouw met de oren, niet met de ogen.
Hij was een van de uitverkorenen.
De Jomsvikingen waren een legendarische groep Viking-huurlingen ... uitgekozen mannen, gebonden door
Kies één persoon a.u.b.
en bijlslagen, en zoals je zou verwachten, worden al zijn gekozen metgezellen, al zijn lijfwacht,
Ik heb jou gekozen!