Examples of using "Avance" in a sentence and their dutch translations:
De klok loopt voor.
De klok loopt voor.
- Ze zijn vroeg.
- Zij zijn vroeg.
Kom naar voren!
Hij beweegt langzaam.
Hij beweegt snel.
Schuif nu op.
Tom is vroeg.
Ik ben vroeg.
Ik kom graag vroeg.
Loop langzaam!
De zomer kwam vroeg.
Deze tractor rijdt langzaam.
Ik heb een voorschot nodig.
"Hoe gaat het met het onderzoek?" "Redelijk."
Dit is het derde veelgehoorde bezwaar
Maar het werkt tenminste.
Hij verheugt zich erop.
- Ga weg!
- Wegwezen!
- Ga!
- Vooruit!
- Voorwaarts!
Tom komt waarschijnlijk vroeg.
En ze komt naar me toe. Mijn natuurlijke instinct is...
Tom gaat vooruit.
De wekker loopt tien minuten voor.
Kom binnen.
We zullen proberen er vroeg te zijn.
Loop sneller!
Je zou je huur op voorhand moeten betalen.
- Ik laat het u op voorhand weten.
- Ik zal het u van tevoren laten weten.
We zijn niet te vroeg.
- Ga twee stappen vooruit.
- Ga twee stappen verder.
- Twee stappen vooruit.
Zet de klok goed. Hij loopt tien minuten voor.
Ge zijt vroeg.
Bij voorbaat dank.
Blijf rijden.
De toekomst bouwt verder op wat we op dit moment maken.
Ga!
Beweeg je in stilte.
Je bent vroeg.
Wat bedoel je, het universum zal me altijd een stap voorzijn?"
Hoe later op de avond, hoe schoner volk.
- Ga!
- Ga maar.
- Aan de slag.
- Vertrek maar.
"Geeft uw horloge de juiste tijd aan?" "Neen, ze loopt iedere dag tien minuten voor".
Ge moet op voorhand betalen.
- Ga je gang.
- Ga!
- Gaat uw gang.
- Zeg maar.
Laten we ruim op tijd beginnen. Ik neem niet graag risico's.
- Ga!
- Ga je gang!
Vooruit!
- Aan de kant.
- Ga!
- Ga weg.
- Vooruit.
- Ga maar.
- Opzij.
- Opschuiven.