Examples of using "Anne" in a sentence and their dutch translations:
Ana heeft veel bewonderaars.
Hij trouwde met Ann.
Ana heeft geen zusters.
Anna is een klein meisje.
Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.
Ann speelt heel goed tennis.
Sint-Anna smeekte om genade.
Ann heeft een zwak voor chocolade.
Sint-Anna's leger werd vernietigd.
- Sint-Anna is afgetreden als president.
- Sint-Anna trad af als president.
Santa Ana leefde in ballingschap in Cuba.
We zullen met z'n drieën zijn: jij, Anna en ik.