Translation of "Totuus" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Totuus" in a sentence and their dutch translations:

- Hyväksy totuus!
- Hyväksykää totuus!
- Kohtaa totuus!
- Kohdatkaa totuus!

- Zie de feiten onder ogen!
- Erken de realiteit!
- Leg je bij de feiten neer!

Totuus?

De waarheid?

- Sano minulle totuus.
- Kerro minulle totuus.

Vertel me de waarheid.

- Kerro Tomille totuus.
- Kerro totuus Tomille.

Vertel Tom de waarheid.

Kerro totuus!

- Spreek de waarheid.
- Vertel de waarheid.

Totuus voittaa.

De waarheid overwint.

Kerro heille totuus.

Vertel ze de waarheid.

Kerro totuus Tomille.

- Zeg Tom de waarheid.
- Vertel Tom de waarheid.

Totuus on monimutkaisempi.

De waarheid is complexer.

Kuka rikkoi ikkunan? Kerro totuus.

- Wie heeft de ruit gebroken? Zeg me de waarheid.
- Wie heeft het raam gebroken? Vertel de waarheid.

Sinun olisi pitänyt kertoa minulle totuus.

Je had me de waarheid moeten zeggen.

Minun olisi parempi kertoa sinulle totuus.

- Ik vertel je beter de waarheid.
- Het is beter als ik je de waarheid zeg.

Totuus on, ettei ole olemassa yhtä oikeaa projektiota.

Maar het blijft een gegeven dat er geen enkele juiste projectie is.