Examples of using "Uskoa" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil geloven.
Ik kan mijn ogen nauwelijks geloven.
Je moet me geloven.
Ik kon niet geloven wat ik zag.
Ik kan het niet geloven dat ik dat Tom liet doen.
Ik kan het niet geloven!
Ik kan niet geloven dat je nog nooit van kumquats hebt gehoord.
Tatoeba is zo snel! Ik kan het niet geloven!
Ik denk dat het veel lijkt op het normale griepvirus.
Ik kan mijn ogen niet geloven.