Examples of using "Jutella" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil gewoon met je praten.
- Ik wil gewoon met je praten.
- Ik wil gewoon met u praten.
- Ik wil gewoon met jullie praten.
Als je wilt praten, dan praten we.
- Ik heb nood aan iemand om met te praten.
- Ik heb iemand nodig om mee te praten.
Kunnen we praten?
Ik kijk ernaar uit om weer met u te praten.
We willen met Tom praten.
Ik was blij dat we sinds een lange tijd weer eens hebben kunnen praten. Laten we weer eens praten.
Kan je vanavond via Skype praten?
Alleen ga ik niet naar de cinema, want na de film wens ik die graag te bespreken met iemand.