Examples of using "Iloinen" in a sentence and their dutch translations:
Wees vrolijk.
Ik ben gelukkig.
Ik was blij je succes te vernemen.
Aangenaam kennis te maken.
Hij zou blij zijn dat te horen.
Ik ben blij dat ik daar niet was.
Ik ben blij dat ik er was.
Iedereen was blij.
Ik kijk ernaar uit om weer met u te praten.
Ken is gelukkig.
- Ik ben heel tevreden dat de school gedaan is.
- Ik ben erg blij dat school is afgelopen.
Ik ben blij dat ik u de vorige week kon helpen.
- Wees gelukkig!
- Wees blij!
Maak je geen zorgen, wees blij!
Hij is zo gay.
- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.