Examples of using "Travelled" in a sentence and their dutch translations:
Ze reisden met mij doorheen Europa.
Columbus dacht dat de wereld rond was.
Hij reisde naar vele landen door middel van Esperanto.
Geloof je nou echt dat die machine in de tijd heeft gereisd?
- Heeft u al eens met een vliegtuig gereisd?
- Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?
Hebt u al in een vliegtuig gevlogen?
- We zijn met de bus van Aken naar Luik gereden.
- We zijn met de bus van Aken naar Luik gegaan.