Examples of using "Toes" in a sentence and their dutch translations:
Pas op je tenen.
- Beweeg je tenen.
- Beweeg uw tenen.
Ze bewoog haar tenen.
Hij bewoog zijn tenen.
Mijn tenen zijn bevroren.
Mijn tenen bevriezen.
Tom bewoog zijn tenen.
Laat me je tenen zien.
Ik kan mijn tenen niet voelen.
Kan jij je tenen aanraken?
Een voet heeft vijf tenen.
Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.
Je moet op je tellen passen.
Ik kan mijn vingers en tenen niet voelen.
Pas op dat je niet op iemands tenen staat.
Jullie moeten heel stil zijn en op jullie tenen lopen. Het baby'tje slaapt.