Examples of using "Watch" in a sentence and their dutch translations:
- Wees op je hoede.
- Let op.
- Kijk uit.
Kijk!
Kijk geen televisie!
Pas op je hoofd!
Let op je tong!
Wees op je hoede.
Ik ga tv kijken.
- Let op je vingers!
- Pas op je vingers!
Let op je woorden!
- Bekijk ons.
- Kijk naar ons.
- Kijk naar me!
- Kijk me aan!
Kijk goed!
- Pas goed op jezelf.
- Let op!
- Wees voorzichtig.
- Voorzichtig.
- Hou je haaks.
- Kijk naar Tom.
- Let op Tom.
Kijk dit eens.
- Kijk geen televisie.
- Kijk geen televisie!
- Kijk geen TV.
Kijk uit waar je loopt.
Waar is mijn horloge?
Ik zal ernaar kijken.
Kijk geen televisie!
Kijken jullie tv?
Ik ben mijn horloge kwijt.
- Ik kijk geen tv.
- Ik kijk niet naar de televisie.
- Ik ben mijn horloge kwijt.
- Ik ben mijn horloge verloren.
- Ik heb mijn horloge verloren.
- Kijk je tv?
- Kijken jullie tv?
Kijk uit waar je loopt!
- Kijk je televisie?
- Kijkt u tv?
- Kijken jullie tv?
- Kijken jullie televisie?
Mijn horloge is verloren gegaan.
- Mijn horloge moet gerepareerd worden.
- Mijn horloge moet worden gerepareerd.
Mijn horloge werd gestolen.
Pas op.
Ik kijk tv.
Laten we tv kijken.
Pas op je tenen.
Kijk naar het woud!
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Opgepast!
- Pas op!
- Kijk uit.
Wie is van wacht?
Kijk uit voor mij.
- Pas op mijn vingers.
- Let op mijn vingers.
- Kijk naar mijn vingers.
Kijk uit!
Voorzichtig! Kijk uit!
Let op je woorden.
Kijk uit waar je loopt.
Repareer het horloge.
Kijk geen televisie!
We kijken wel.
- Let op de deur.
- Houd de deur in de gaten.
- Hou de deur in de gaten.
- Kijk geen televisie.
- Kijk geen televisie!
Kijk hier tv.
Tom hield de wacht.
Wij kijken tv.
Moslims kijken tv.
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Pas op!
- Kijk uit.
- Let op je vingers!
- Pas op je vingers!
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Geef acht!
- Wees voorzichtig.
- Pas nu op!
- Attentie!
- Opgepast!
- Pas op!
- Kijk uit.
Mijn horloge werd gestolen.
- Ik ben mijn horloge kwijt.
- Ik heb mijn horloge verloren.
- Ik kijk geen tv.
- Ik kijk niet naar de televisie.
Laten we tv kijken.
Nu en dan kijk ik tv.
Mijn horloge moet gerepareerd worden.
Mijn horloge werkt niet goed.
Mijn horloge is heel precies.