Examples of using "Stomachache" in a sentence and their dutch translations:
Mijn buik doet pijn.
Tom heeft buikpijn.
Sami had buikpijn.
Dokter, ik heb buikpijn.
Heeft u buikpijn?
Haar dochter heeft buikpijn.
Na het eten krijg ik buikpijn.
- Ik heb buikpijn.
- Mijn buik doet pijn.
- Ik heb pijn in de buik.
Als je zoveel eet, dan krijg je buikpijn hoor.
Ik heb buikpijn.
- Dokter, ik heb buikpijn.
- Dokter, ik heb maagpijn.
Hij had buikpijn.
- Ik heb buikpijn.
- Mijn buik doet pijn.
Heeft u buikpijn?
- Ik heb buikpijn.
- Ik heb maagpijn.
- Mijn buik doet pijn.
- Op de dag van zijn examen barstte Tom van de maagpijn.
- Op de dag van zijn examen had Tom heel veel last van zijn maag.
- Op de dag van zijn examen had Tom heel veel buikpijn.
- Ik heb buikpijn.
- Ik heb maagpijn.
- Ik heb buikpijn.
- Mijn buik doet pijn.
Ik heb maagpijn.
Mijn buik doet pijn.