Translation of "You'll" in Dutch

0.018 sec.

Examples of using "You'll" in a sentence and their dutch translations:

- You'll be fine!
- You'll be fine.

Het komt wel goed met je.

- You'll be sorry!
- You'll be sorry.

Jullie zullen er spijt van krijgen!

You'll see.

Je zult zien.

You'll get lost.

Je zult verdwalen.

You'll be OK.

Het komt wel goed met je.

You'll feel better.

U zult zich beter voelen.

You'll be fine.

Het komt wel goed met je.

You'll never change.

Je zult nooit veranderen.

You'll stay here.

- Jij blijft hier.
- Jij zal hier blijven.

Maybe you'll succeed.

- Misschien slaag je.
- Misschien zal je slagen.
- Misschien zal het je lukken.

You'll regret that!

Je zult er spijt van krijgen!

You'll be fine!

Het komt wel goed met je!

You'll be free.

U zult vrij zijn.

You'll see it.

- Je zult haar zien.
- Je zult het zien.

Bill, if you'll come with me, you'll float, too.

Bill, als je met me meegaat, dan drijf jij ook.

- You'll be OK.
- It will be fine.
- You'll be fine!

Het komt wel goed met je.

- When you're older, you'll understand.
- You'll understand when you're older.

Het verstand komt met de jaren.

- You'll never take me alive!
- You'll never take me alive.

Je zult me nooit levend in handen krijgen.

You'll never be alone.

U zult nooit alleen zijn.

You'll find nothing here.

Hier gaat u niets vinden.

You'll die in jail.

Je zult in de gevangenis sterven.

You'll have to drive.

U zult moeten rijden.

You'll have to go.

Jullie zullen moeten gaan.

You'll never find him.

Je zal hem nooit vinden.

You'll have to wait.

Jullie moeten wachten.

You'll see the difference.

Je zult het verschil zien.

You'll never beat me.

Je verslaat me nooit.

You'll play football soon.

Jij zult binnenkort gaan voetballen.

You'll hardly notice it.

Je zal het nauwelijks kunnen opmerken.

- I promise you'll be happy.
- I promise that you'll be happy.

- Ik beloof dat je blij zult zijn.
- Ik beloof dat je gelukkig zult zijn.

- I know you'll like Tom.
- I know that you'll like Tom.

Ik weet dat je Tom zult mogen.

- We're hoping you'll support us.
- We're hoping that you'll support us.

We hopen dat je ons wilt steunen.

- Hope you'll get better soon.
- I hope you'll get well soon.

Ik hoop dat je vlug beter wordt.

- I know you'll be brave.
- I know that you'll be brave.

Ik weet dat je moedig zal zijn.

- You'll like it.
- You'll like this.
- You're going to like it.

Het zal je plezieren.

- I know you'll enjoy Boston.
- I know that you'll enjoy Boston.

Ik weet dat je van Boston zal genieten.

- I hope you'll soon get well.
- I hope you'll get better soon.

Ik hoop dat je vlug beter wordt.

- I hope you'll soon get well.
- I hope you'll get well soon.

Ik hoop dat het snel beter met u gaat.

You'll go to school tomorrow.

Je gaat morgen naar school.

You'll need a temporary bridge.

Je zal een tijdelijke brug nodig hebben.

You'll find the house empty.

Je zult dat huis leeg aantreffen.

You'll have to come tomorrow.

Ge zult morgen moeten komen.

Hope you'll get better soon.

Ik hoop dat je vlug beter wordt.

You'll be crying before long.

Je zal snel wenen.

You'll sleep in the guestroom?

Slaap je in de logeerkamer?

I'm sure you'll like it.

Ik weet zeker dat je het leuk zult vinden.

You'll have to get help.

Je moet hulp krijgen.

You'll never see me again.

Je zal me nooit meer zien.

- You'll see.
- You will see.

Je zult zien.

You'll forget about me someday.

Op een dag zal je me vergeten.

I do hope you'll succeed.

Ik hoop dat het u zal lukken.

You'll be there, won't you?

Je zal er zijn, niet?

You'll never guess what happened.

Je raadt nooit wat er is gebeurd.

Maybe you'll need more help.

Misschien zal je meer hulp nodig hebben.

You'll have to practice it.

Je zult het moeten oefenen.

Someday you'll know the truth!

Eens zul je de waarheid weten!

Perhaps you'll see Tom there.

Misschien kom je Tom daar tegen.

Don't worry. You'll make it.

Maak u geen zorgen. Ge zult slagen.

You'll never succeed without me.

Je zult nooit slagen zonder mij.

Soon you'll be a doctor.

Binnenkort zul je arts zijn.

You'll do that, won't you?

Je gaat dat toch doen?

You'll never take me alive!

Je zult me nooit levend in handen krijgen.

You'll be taking a nap.

Je gaat een dutje doen.

You'll pay dearly for it!

Het zal je duur komen te staan!

You'll be safe with Tom.

Jullie zullen veilig zijn bij Tom.

I know you'll like Tom.

Ik weet dat je Tom zult mogen.

- I know you'll find happiness eventually.
- I know that you'll find happiness eventually.

Ik weet dat je uiteindelijk gelukkig zult worden.