Examples of using "Shopkeeper" in a sentence and their dutch translations:
"Wat voor gevoel?" vroeg de winkelier.
"Ik geloof dat de code voor Libanon 961 is," zei de verkoopster.
"Nee," antwoordde de winkelier. "Ik meen het. U heeft het prijskaartje gezien."
"Maar denkt u niet dat het een beetje groot is?" vroeg de verkoopster.
"En?" vroeg de ongeduldige verkoopster toen Dima het gesprek beƫindigd had. "Is alles nu in orde?"
"Nou," zei de verkoopster, en wenkte Dima haar te volgen naar de kassa, "dat is dan 3.000.000,99."
"U heeft een dure smaak!" riep de verkoopster uit. "Weet u zeker dat u niet eerst onze goedkopere varianten wilt doorkijken?"
"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."
Terwijl ze het pak voor Dima haalde, merkte de verkoopster op dat hij bloedvlekken op zijn overhemd had, en kon er alleen maar geschokt naar staren.
"Wilt u een pak kopen?" vroeg de verkoopster aan Dima, die de geuren van de nacht ervoor met zich meebracht toen hij door de deur liep.
"Onze baas heeft aangedrongen op die prijs," legde de verkoopster uit. "Maar weet u, u hoeft me geen 0,99 in kopeken te betalen. U mag meer betalen als u wilt."