Examples of using "Scholar" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen hield van de eenvoudige geleerde.
- Hij is een soort geleerde.
- Hij heeft iets van een geleerde.
Hij gaat altijd door voor een uitstekende geleerde.
Een grote geleerde is niet noodzakelijk een goede leraar.
Meneer Johnson is geen geleerde, maar een dichter.
Naast dichter is hij ook academicus.
Afgaande op wat je gezegd hebt, lijkt hij een grote geleerde te zijn.
Ongeacht wat voor grote geleerde hij is, bij hem ontbreekt het gezonde verstand.
Hij zou een grote geleerde zijn geworden als hij in betere tijden was geboren.
Mr Baker is niet zozeer een leraar als wel een geleerde.
Alfred, koning van Engeland, was een grote geleerde evenals een grote heerser.