Translation of "Loved" in Dutch

- I loved her.
- I loved him.

- Ik hield van haar.
- Ik hield van hem.

I'm loved.

Ik word bemind.

Be loved.

Wees geliefd.

Be loved!

- Wees geliefd!
- Wees bemind!

She loved me, as I loved her.

Ze hield van me zoals ik van haar hield.

- I have never loved you.
- I never loved you.
- I've never loved you.

Ik heb nooit van je gehouden.

- I loved that book!
- I loved that book.

Ik hield van dat boek!

- We loved one another.
- We loved each other.

We hielden van elkaar.

I was loved.

Ik was geliefd.

I loved you.

- Ik hield van je.
- Ik hield van jullie.

Everybody loved Tom.

Iedereen hield van Tom.

He loved her.

Hij hield van haar.

You loved chocolate.

- Je hield van chocolade.
- U hield van chocolade.
- Jullie hielden van chocolade.

Tom loved bananas.

Tom hield van bananen.

Tom loved fishing.

Tom hield van vissen.

Tom loved Mary.

Tom hield van Maria.

Tom loved us.

Tom hield van ons.

They loved Tom.

Ze hielden van Tom.

They loved you.

Ze hielden van jou.

She loved Mary.

Zij hield van Maria.

Tom loved horses.

Tom hield van paarden.

I loved school.

Ik hield van school.

Tom loved skiing.

Tom hield van skiën.

Sami loved math.

Sami hield van wiskunde.

Tom loved Australia.

Tom hield van Australië.

Sami loved Islam.

Sami hield van de islam.

I loved Australia.

Ik hield van Australië.

Tom felt loved.

Tom voelde zich geliefd.

- I have never loved you.
- I've never loved you.

Ik heb nooit van je gehouden.

- I have never loved you.
- I never loved you.

- Ik hield nooit van je.
- Ik heb nooit van je gehouden.

I loved this experience,

Dit was een goede ervaring,

I've always loved you.

Ik heb altijd van je gehouden.

Your parents loved us.

- Je ouders hielden van ons.
- Jullie ouders hielden van ons.

She still loved him.

- Zij was nog altijd verliefd op hem.
- Ze hield nog steeds van hem.

Tom really loved Australia.

Tom hield echt van Australië.

We loved that house.

We hielden van dat huis.

I've always loved Christmas.

- Ik heb altijd van Kerstmis gehouden.
- Ik heb altijd van kerst gehouden.

They loved each other.

Zij hielden van elkaar.

I loved that book!

Ik hield van dat boek!

Tom never loved me.

Tom heeft nooit van me gehouden.

I loved your article.

- Ik vond je artikel geweldig.
- Ik vond uw artikel geweldig.
- Ik vond jullie artikel geweldig.

I loved every second.

Ik genoot van elke seconde.

Sami loved ice cream.

Sami hield van ijs.

Tom loved me, too.

Tom hield ook van mij.

I've always loved languages.

Ik heb altijd al van talen gehouden.

Tom loved to travel.

Tom hield van reizen.

- You said you loved Tom.
- You said that you loved Tom.

Je zei dat je van Tom hield.

- Tom thought that Mary loved him.
- Tom thought Mary loved him.

Tom dacht dat Mary van hem hield.

Everybody loved the simple scholar.

Iedereen hield van de eenvoudige geleerde.

Everyone wants to feel loved.

Iedereen wil zich geliefd voelen.

Art is loved by everybody.

Iedereen houdt van kunst.

I've always loved you, Tom.

Ik heb altijd van je gehouden, Tom.

I am loved by you.

Ik word door jou geliefd.

Tom has always loved Mary.

Tom heeft altijd van Maria gehouden.

I loved the old man.

Ik hield van de oude man.

Tom loved Mary a lot.

Tom hield veel van Maria.

Sami loved to have fun.

Sami houdt ervan plezier te hebben.

Tom loved Heinrich Heine's poems.

Tom hield van de gedichten van Heinrich Heine.

Sami loved the country life.

Sami hield van het plattelandsleven.

Tom loved her a lot.

Tom hield veel van haar.

She never really loved him.

Ze hield nooit echt van hem.

- If you want to be loved, love!
- Love if you want to be loved!

Als je geliefd wilt zijn, heb dan lief!

She knew that John loved her.

Ze wist dat John van haar hield.

John and Mary loved each other.

John en Mary hielden van elkaar.

You said that you loved him.

Je zei dat je van hem hield.

Tom thought that Mary loved him.

Tom dacht dat Mary van hem hield.

You've always loved Tom, haven't you?

Je hebt altijd van Tom gehouden, toch?

The mischievous son loved his dad.

Het speelse zoontje hield erg van zijn papa.

- Tom loved bananas.
- Tom loves bananas.

Tom hield van bananen.

- Fadil loved skiing.
- Fadil liked skiing.

Fadil hield van skiën.

- You liked chocolate.
- You loved chocolate.

Jullie hielden van chocolade.

You said that you loved Tom.

Je zei dat je van Tom hield.

It turned out my girl loved reggae,

Het bleek dat mijn meisje van reggae hield

That's what I most loved to do.

Dat deed ik het liefst.

The old man was loved by everyone.

- De oude man was geliefd bij iedereen.
- De man werd geliefd door iedereen.

I loved my life and my money.

Ik hield van mijn leven en mijn geld.

He's a singer that's loved by everyone.

Hij is een zanger die bij iedereen geliefd is.