Examples of using "Rio" in a sentence and their dutch translations:
Ik woon in Rio.
Ben je in Rio geweest?
Er is al een metro in Rio.
Hij heeft de Rio Grande overgestoken.
- Ben je ooit in Rio geweest?
- Bent u ooit in Rio geweest?
- Zijn jullie ooit in Rio geweest?
Er is al een metro in Rio.
Ik kom uit Rio de Janeiro, Brazilië.
Je had gelijk, hij woont niet in Rio.
Ik woon al vier jaar in Rio de Janeiro.
Ik ben Ricardo, ben 33 en ik woon in Rio.
- De staat Rio de Janeiro heeft de "financiële noodtoestand" afgekondigd.
- De staat Rio heeft de "toestand van publiek onheil" afgekondigd.
Als je naar Rio komt, vergeet dan niet mij te bellen en te vragen om jouw gids te zijn.
Als u in Rio bent en naar São Paulo wilt gaan, kunt u met de bus gaan. Echter, de reis duurt zes en een half uur.