Examples of using "Rabbit" in a sentence and their dutch translations:
De hond achtervolgde het konijn.
Een konijn heeft lange oren.
Het konijn eet de wortel.
Het konijn is over de hond heen gesprongen.
Waar smaakt konijnenvlees naar?
Ik heb een konijn als huisdier.
Ik moet voor het konijn zorgen.
Er loopt een konijn in de tuin.
"Wat is er?" vroeg het kleine witte konijn.
Ik zag een wolf, een vos en een konijn.
Een konijn heeft lange oren.
Een konijn heeft lange oren en een korte staart.
Wat is het verschil tussen een konijn en een haas?
"Wilt ge dat echt?" vroeg het wit konijntje.
Wij hebben een Vlaamse reus.
Konijnen hebben lange oren.
Hij is erg verlegen.
De twaalf dieren van de Chinese dierenriem komen van elf diersoorten die in de natuur voorkomen, met name de rat, os, tijger, konijn, slang, paard, aap, haan, hond en varken, en ook de legendarische draak; ze worden als kalender gebruikt.