Translation of "Pebble" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Pebble" in a sentence and their dutch translations:

He threw the pebble.

- Hij gooide het kiezelsteentje.
- Hij gooide de kiezel.

I threw the pebble.

- Ik gooide het kiezelsteentje.
- Ik gooide de kiezel.

This is a pebble.

- Dit is een kiezelsteen.
- Dit is een kiezelsteentje.
- Dit is een kiezel.

And they just get a little pebble.

Ze namen een steentje.

She stooped to pick up a pebble.

Ze bukte zich om een kiezelsteen te rapen.

- There's a rock in my shoe.
- I have a pebble in my shoe.

Er zit een steentje in mijn schoen.

If we put a little pebble... at the end of where that shadow is,

We leggen een steentje... ...aan 't einde van de schaduw.