Examples of using "Nation" in a sentence and their dutch translations:
Wij zijn een vredelievend volk.
Japan is een industrieland.
De hele natie wil vrede.
Elk volk heeft zijn eigen mythen.
Hij gaf zijn leven voor de natie.
Literatuur is de toekomst van een natie.
In 1975 werd Angola een vrije staat.
Er lopen zo'n 14.000 luipaarden rond in het land...
De Verenigde Staten werden een natie in 1776.
Het was een oorlog die eigenlijk geen enkel land wilde.
Ik begon in Zuid-Louisiana, met de United Houma Nation.
Japan is een industrieland.
Hij kan zijn eigen familie niet beheren, laat staan een natie!
Vandaag is een dag van rouw voor de hele natie.
Op die stenen kan een hele natie gebouwd worden.
Dit land heeft zich ingelaten met de binnenlandse zaken van ons land.
En de koolvis-visserij is de grootste visserij van het land,
De populaties van China en India laten de andere naties als dwergen verschijnen.
In 2003 werd Niue de eerste "wifi"-natie ter wereld.
IJsland is een eilandstaat in de Noord-Atlantische Oceaan tussen Groenland, de Faeröer en Noorwegen.
Een republiek is een land aan het hoofd waarvan niet een koning of een koningin staat, maar een president.
De grootsheid van een natie en haar morele vooruitgang kunnen worden bepaald door de manier waarop ze dieren behandelt.