Examples of using "Own" in a sentence and their dutch translations:
zelf had bedacht.
"Mijn tuin is van mij!"
Bemoei je met je eigen zaken.
Dat is jouw eigen schuld.
Omarm de drukte --
en die van mij,
Dat is mijn eigen zaak.
We zijn alleen.
Bemoei je met je eigen zaken!
Tom heeft zijn eigen slaapkamer.
ten koste van onszelf.
Bemoei je met je eigen zaken!
Ik bezit deze man.
- Beslis zelf!
- Bepaal zelf!
- Besluit zelf!
Eenieder krijgt wat hij verdient.
Steek je neus niet in andermans zaken.
Ik bezit een jacht.
Dat is jouw eigen schuld.
Ieder zijn ding.
Je begint na te denken over je eigen dood en kwetsbaarheid.
Hij delft zijn eigen graf.
We zijn alleen.
Ieder zijn ding.
Zij is zoals mijn echte dochter.
Estland heeft zijn eigen volkslied.
Zweden heeft zijn eigen taal.
Hij heeft een eigen huis.
in wezen onze eigen schuld is.
- Hij herstelt zijn eigen auto.
- Hij herstelt zelf zijn auto.
Mensen willen land bezitten.
Het was zijn eigen schuld.
Zij hebben hun eigen problemen.
Dit is mijn eigen fiets.
Ik heb zo mijn eigen redenen.
Uw eigen bestek meenemen graag.
Ieder zijn eigen passie.
- Je kan je eigen maken.
- Je kan er zelf een maken.
- U kan er een voor uzelf maken.
- Je kunt er zelf een maken.
- Hij verachtte mensen van zijn eigen soort.
- Hij haatte mensen van zijn eigen soort.
- Tom heeft zich van kant gemaakt.
- Tom is uit het leven gestapt.
- Tom heeft zelfmoord gepleegd.
Ik wil een eigen kamer.
Tom heeft zijn eigen kamer.
- Ze is zoals een dochter voor mij.
- Zij is zoals mijn echte dochter.
Mayuko ontwierp haar eigen kleding.
Zweden heeft zijn eigen taal.
Ik rol mijn eigen sigaretten.
"Wij zijn eigenaar van ons productieproces,
Ik ben liever alleen.
Tom heeft zijn eigen vader vermoord.
Hij heeft een eigen huis.
Hij heeft zijn eigen kamer.
Heeft u een computer?
Ik doe mijn eigen ding.
Maria heeft haar eigen lunch bereid.
Het is voor je eigen bestwil.
Ik ga wel alleen.
Ik heb een Duitse auto.
Hij opende zijn eigen restaurant.
Bezitten jullie een apotheek?