Translation of "Divorce" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Divorce" in a sentence and their dutch translations:

I want a divorce.

Ik wil scheiden.

Aren't you getting a divorce?

- Ga je niet scheiden?
- Gaat u niet scheiden?
- Gaan jullie niet scheiden?

She won't agree to a divorce.

Ze wil niet instemmen met een scheiding.

He wants to get a divorce.

- Hij wil een echtscheiding.
- Hij wil scheiden.

Can't you divorce fantasy from reality?

Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?

That's it, I want a divorce.

- Dit is het einde, ik wil scheiden.
- Dat was de laatste druppel, ik wil scheiden.

I heard that Mary wants a divorce.

Ik heb gehoord dat Mary een scheiding wil.

The Catholic Church is opposed to divorce.

De Katholieke Kerk is tegen echtscheiding.

Tom has decided to file for divorce.

Tom heeft besloten om een ​​echtscheiding aan te vragen.

I haven't seen my ex-wife since our divorce.

Ik heb mijn ex-vrouw niet gezien sinds onze scheiding.

I won't divorce you unless you give me a legitimate reason.

Ik ga je niet scheiden tenzij je me er een geldige reden voor geeft.

The distrust between Tom and Mary almost led to a divorce.

Het wantrouwen tussen Tom en Maria zorgde bijna voor een scheiding.

It was obvious to everyone that the marriage would sooner or later end in divorce.

Het was voor iedereen duidelijk dat het huwelijk vroeg of laat op een scheiding zou uitdraaien.

- Can't you divorce fantasy from reality?
- Can't you separate fantasy and reality from each other?

Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?

- I haven't seen my ex-wife since we got divorced.
- I haven't seen my ex-wife since our divorce.

Ik heb mijn ex-vrouw niet gezien sinds onze scheiding.