Examples of using "Disturbed" in a sentence and their dutch translations:
Hij is gestoord.
- We vallen hem lastig.
- We storen hem.
- We hebben hem lastiggevallen.
- We hebben hem gestoord.
Men moet ons niet storen.
Het lawaai belette mij te slapen.
Ik wil niet gestoord worden.
Als ze gestoord worden, produceren ze licht via een chemische reactie.
...maar als ze worden verstoord of uitgedaagd verdedigen ze zich.
Die niet graag gestoord wordt. De populatie zwarte neushoorns neemt langzaam toe.
Tom is in de war.