Translation of "Businessman" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Businessman" in a sentence and their dutch translations:

My father is a businessman.

Mijn vader is een zakenman.

Hans is a German businessman.

Hans is een Duits zakenman.

Tom is a shrewd businessman.

Tom is een slimme zakenman.

The businessman is thinking of rescinding the contract.

De zakenman denkt eraan het contract op te zeggen.

A good businessman knows how to make money.

Een goede zakenman weet hoe hij geld kan verdienen.

As with a businessman, an intellectual, a scientist. He had wonderful ductility.

...als met een zakenman, een intellectueel... ...en een wetenschapper. Hij was zo flexibel.

A businessman who reads Business Week is lost to fame. One who reads Proust is marked for greatness.

Een zakenman die Business Week leest, is verloren voor roem. Iemand die Proust leest, is voorbestemd voor iets iets groots.