Translation of "Assist" in Dutch

He will assist this project.

Hij zal dit project bijstaan.

I'm going to assist Tom.

Ik ga Tom assisteren.

Tom is here to assist us.

- Tom is hier om ons te helpen.
- Tom is hier om ons te assisteren.

I can't get anyone to assist me.

Ik slaag er niet in hulp te krijgen van iemand.

Often visitors give cash donations to assist our project.

Bezoekers doneren vaak contant geld voor ons project.

He went out of his way to assist me.

Hij deed grote moeite mij te helpen.

Might you have a few minutes to assist me?

Heb je even om me te helpen?

- Could you assist me, please?
- Would you please help me?

- Zoudt ge mij willen helpen?
- Zou u me alsjeblieft willen helpen?

They can't assist you if you don't have your receipt.

Ze kunnen u niet helpen, als gij uw ontvangstbewijs niet hebt.

- They will assist us.
- They'll help us.
- They will help us.

Ze zullen ons helpen.