Examples of using "'chat'" in a sentence and their dutch translations:
Laat ons babbelen.
Ze zijn aan het kletsen.
Het Franse woord "chat" betekent "kat".
Ik heb een leuk gesprek gehad met haar.
- Ik ben er, wil je praten?
- Ik ben er. Wil je chatten?
Wij hebben een tijdje met elkaar gepraat.
Sami ging gelijk naar zijn computer om te chatten.
in de chatrooms van de videogames die ze spelen.
Ik had een prettig lang gesprek met de vader van mijn vriendin.
- Ze praten.
- Ze zijn aan het kletsen.
- Praten is goed.
- Communicatie is goed.
dat iemand zoals ik, die zo slecht is in praatjes,
maar opeens begon hij streepjes te spammen in de chat,
Ze zou nog eerder zinnen op Tatoeba vertalen, dan met mij te kletsen.
Zodra ik goed Nederlands spreek, ga ik met Vlaamse vrouwen chatten.