Translation of "Zullen" in Spanish

0.008 sec.

Examples of using "Zullen" in a sentence and their spanish translations:

- We zullen het schilderen.
- We zullen het verven.

Lo pintaremos.

Altijd zullen we veranderen, altijd zullen we leren.

Siempre cambiaremos, siempre aprenderemos.

- Welke zullen jullie kiezen?
- Welke zullen ze kiezen?

¿Cuál elegirán?

Velen zullen beginnen

Muchos de nosotros comenzaremos

Zullen we dansen?

- ¿Quiere bailar?
- ¿Bailamos?
- ¿Vamos a bailar?

Wij zullen helpen.

- Ayudaremos.
- Nosotros ayudaremos.
- Echaremos la mano.

We zullen herbouwen.

Reconstruiremos.

We zullen delen.

- Nosotros compartiremos.
- Compartiremos.

Ze zullen wachten.

- Esperarán.
- Aguardarán.

Ze zullen reageren.

Responderán.

Ze zullen dansen.

- Ellos bailarán.
- Ellas bailarán.
- Ellas danzarán.

Ze zullen aanvallen.

- Atacarán.
- Ellos atacarán.

We zullen zien.

Veremos.

We zullen rijden.

Nosotros conduciremos.

We zullen vechten.

Vamos a luchar.

We zullen komen.

Vendremos.

We zullen gaan.

Iremos.

Wij zullen zingen.

Cantaremos.

We zullen werken.

Trabajaremos.

We zullen zegevieren.

Venceremos.

Zullen we beginnen?

- ¿Empezamos?
- ¿Comenzamos?

Zullen we wedden?

¿Apostamos?

Ze zullen helpen.

- Ellos ayudarán.
- Ellas ayudarán.

De sterken zullen overleven en de zwakken zullen sterven.

Las voluntades fuertes sobreviven mientras que las débiles mueren.

- Ze zullen het zich herinneren.
- Ze zullen het onthouden.

Ellos se acordarán.

- Ze zullen niet passeren!
- Ze zullen er niet doorkomen!

¡No pasarán!

- We zullen gered worden.
- We worden gered.
- Wij zullen gered worden.
- We zullen worden gered.

Seremos rescatados.

- We zullen u op de hoogte brengen.
- We zullen hem op de hoogte brengen.
- We zullen haar op de hoogte brengen.
- We zullen u informeren.
- We zullen hem informeren.
- We zullen haar informeren.

Le informaremos.

zullen kansen mij ontgaan

las oportunidades no vendrán a mi

Zullen die haaien terugkomen?

¿Volverían los tiburones?

Zullen we gaan wandelen?

¿Nos vamos de paseo?

We zullen ze verslaan.

Los derrotaremos.

We zullen hier eten.

Comeremos acá.

Wat zullen we doen?

¿Qué haremos?

Zullen we gaan zwemmen?

¿Iremos a nadar?

Ze zullen het begrijpen.

- Entenderán.
- Van a entender.

Ze zullen het weten.

Lo sabrán.

Verraders zullen gedeporteerd worden.

Los traidores serán deportados.

We zullen je redden.

Te salvaremos.

Ze zullen nooit veranderen.

Nunca cambiarán.

Zullen we nu beginnen?

¿Empezamos ahora?

We zullen opnieuw beginnen.

Recomenzaremos.

Wij zullen je bezoeken.

Te visitaremos.

Ze zullen je vermoorden!

¡Te matarán!

Welke zullen ze kiezen?

¿Cuál elegirán?

Ze zullen me doden.

Me matarán.

Zullen we nu gaan?

¿Nos vamos ahora?

Ze zullen ons begrijpen.

- Nos van a entender.
- Nos van a comprender.

Ze zullen vermoord worden!

¡Les matarán!

We zullen binnenkort rusten.

Pronto descansaremos.

Dat zullen we doen.

Lo haremos.

- We zullen je komen bezoeken.
- We zullen je een bezoekje brengen.

Nosotros vendremos a visitarte.

- We zullen er later over praten.
- We zullen er later over spreken.

Hablaremos de eso después.

- Ze zullen bellen.
- Zij zullen bellen.
- Ze gaan bellen.
- Zij gaan bellen.

- Llamarán.
- Ellos llamarán.

- Zullen we naar de bios gaan?
- Zullen we naar de bioscoop gaan?

- ¿Vamos al cine?
- ¿Iremos al cine?

Dan zullen mensen je vinden.

la gente los encontrará.

De regels zullen moeten veranderen.

ya que tenemos que cambiar las reglas.

"Jongens zullen altijd jongens zijn."

“Los chicos son así”,

We zullen ze netjes behandelen --

Vamos a ser tan humanos posible para ellos,

zullen we ons gedrag aanpassen.

cambiaríamos nuestro comportamiento.

Je vrienden zullen je missen.

Tus amigos te echarán de menos.

De tulpen zullen snel bloeien.

Los tulipanes florecerán pronto.

We zullen uw voorwaarden aanvaarden.

- Aceptaremos vuestras condiciones.
- Aceptaremos sus condiciones.
- Aceptaremos tus condiciones.

Zullen jullie op me wachten?

¿Me esperarás?

Waar zullen we naartoe gaan?

¿Adónde iremos?

Waar zullen we vanavond eten?

¿Adónde vamos a cenar esta noche?

We zullen het samen doen.

Lo haremos juntos.

Vandaag zullen we thuis zijn.

Hoy estaremos en casa.