Translation of "Welke" in Spanish

Welke?

¿Cuál?

Welke tafel?

¿Qué mesa?

- Welke heb je liever?
- Welke verkies je?

¿Cuál prefieres?

- Welke talen spreek je?
- Welke talen spreekt u?
- Welke talen spreken jullie?

¿Qué idiomas hablas?

- Welke browser gebruik je?
- Welke browser gebruikt u?
- Welke browser gebruiken jullie?

¿Qué navegador estás usando?

- Welke is van mij?
- Welke is de mijne?

- ¿Cuál es el mío?
- ¿Cuál es la mía?

- Welke krant lees jij?
- Welke krant leest u?

¿Qué periódico estás leyendo?

- Welke is uw koffer?
- Welke is jouw koffer?

¿Cuál es su maleta?

- Welke zal je kiezen?
- Welke ga je kiezen?

¿Cuál escogerás?

- Welke zal u kiezen?
- Welke gaat u kiezen?

¿Cuál escogerá?

- Welke zullen jullie kiezen?
- Welke zullen ze kiezen?

¿Cuál elegirán?

Welke gebruiken we?

¿Cuál de estos usaremos?

Welke neem jij?

- ¿Cuál escoges?
- ¿Cuál coges?

In welke straat?

¿En cuál calle?

Onder welke naam?

¿A nombre de quién?

Welke ben jij?

¿Cuál eres tú?

Uit welke richting?

¿Desde qué dirección?

Welke is nieuw?

¿Cuál es nueva?

Welke is goedkoper?

¿Cuál es más barata?

Welke is beter?

¿Cuál es mejor?

Welke wil je?

¿Cuál quieres?

- Van welke planeet kom je?
- Van welke planeet komt u?
- Van welke planeet komen jullie?

¿De qué planeta eres?

- Welke misdaden heeft u begaan?
- Welke misdaden hebben jullie begaan?
- Welke misdaden heb jij begaan?

- ¿Qué crímenes has cometido?
- ¿Qué crímenes ha cometido usted?
- ¿Qué crimenes han cometido?

- Welke cd wil je beluisteren?
- Welke cd wilt u beluisteren?
- Welke cd willen jullie beluisteren?

¿Qué CD quieres escuchar?

- Welke zak is van jou?
- Welke tas is van jou?

¿Qué bolsa es la tuya?

- Naar welke school ga je?
- Naar welke school ga jij?

¿A qué escuela vas?

- In welke stad woon jij?
- In welke stad woon je?

¿En qué ciudad vives?

- Welke dag is het vandaag?
- Welke dag zijn we vandaag?

¿Qué día es hoy?

- Welke film hebben jullie gekeken?
- Welke film heb je gezien?

¿Qué película viste?

- Op welke verdieping woont ge?
- Op welke verdieping woon jij?

¿En qué piso vives?

- Welke datum is het vandaag?
- Welke dag is het vandaag?

¿Qué día es hoy?

- Welke dag is het vandaag?
- Welke dag is 't vandaag?

¿A qué día estamos hoy?

- Welke kleur heeft de sinaasappel?
- Welke kleur heeft de appelsien?

¿De qué color es la naranja?

Welke wil je proberen?

¿Cuál quieren intentar?

Welke schoenmaat heeft u?

¿Qué número calza usted?

Welke schoenmaat heb je?

¿Cuál es tu talla de zapatos?

Welke raadt u aan?

¿Cuál recomendarías tú?

Welke jongen is Masao?

¿Cuál chico es Masao?

Welke kant heeft gewonnen?

¿Qué lado ganó?

Welke is van jou?

¿Cuál es la tuya?

Welke instrumenten speel je?

- ¿Qué instrumentos tocas?
- ¿Qué instrumentos tocan?

Welke drank bevat cafeïne?

¿Qué bebida contiene cafeína?

Welke is de mijne?

- ¿Cuál es el mío?
- ¿Cuál es la mía?

Welke vogel is dat?

- ¿Qué tipo de pájaro es este?
- ¿Qué clase de pájaro es ése?

Welke vrucht is rood?

¿Qué fruta es roja?

Welke zijn de priemgetallen?

¿Cuáles son los números primos?

Welke taal spreek je?

- ¿Qué idioma habla usted?
- ¿Qué lengua habla usted?

Welke taal is het?

¿Qué idioma es?

Welke kleur is oranje?

¿Qué color es el naranja?

Welke zullen ze kiezen?

¿Cuál elegirán?

Welke bloem is blauw?

- Cuál flor es azul?
- ¿Qué flor es azul?

Welke talen spreekt gij?

¿Qué idiomas hablas?

Welke straat is dit?

¿Qué calle es ésta?

Welke zonnebril is roze?

¿Qué gafas de sol son rosadas?

Welke tand doet pijn?

¿Qué diente le duele?

Welke zal je kiezen?

- ¿Cuál escogerás?
- ¿Cuál vas a elegir?

Welke heb je gekozen?

¿Cuál elegiste?

- Welke taal spreken ze in Amerika?
- Welke taal spreekt men in Amerika?
- Welke taal wordt er in Amerika gesproken?

- ¿Qué lengua se habla en América?
- ¿Qué idioma se habla en Estados Unidos?

- Welke trein gaat naar het centrum?
- Welke trein gaat naar het stadscentrum?

- ¿Qué tren va al centro de la ciudad?
- ¿Qué tren se dirige al centro de la ciudad?

- Welke talen spreekt men in België?
- Welke talen spreken ze in België?

¿Qué idiomas se hablan en Bélgica?

- Welke taal spreken ze in Amerika?
- Welke taal spreekt men in Amerika?

- ¿Qué lengua se habla en América?
- ¿Qué idioma se habla en Estados Unidos?

- U kunt kiezen welke u wilt.
- Kiest u maar welke u wilt.

Puede elegir lo que quiera.

Weet welke situaties rood zijn.

Conozcan sus rojos.

Welke zijn die van Taro?

¿Cuáles son los de Taro?

Welke hond is van jou?

- ¿Cuál es tu perro?
- ¿Cuál es su perro?

Welke schoenen trek je aan?

¿Cuáles zapatos te vas a poner?

Welke temperatuur heeft het ijs?

¿Cuál es la temperatura del hielo?

Op welke verdieping woont ge?

¿En qué piso vivís?

Welke dag is het vandaag?

¿Qué día es hoy?

Welke datum is het vandaag?

- ¿Cuál es la fecha de hoy?
- ¿A qué fecha estamos hoy?

Welke richting is hij uitgegaan?

¿En qué dirección ha ido él?

Van welke zanger houdt u?

¿Cuál es tu cantante favorito?

Welke zin heb je liever?

¿Cuál oración prefieres?

Welke krant lees je meestal?

¿Cuál periódico lees normalmente?

Welke tas is van jou?

¿Cuál taza es la tuya?