Translation of "Gewoond" in Spanish

0.005 sec.

Examples of using "Gewoond" in a sentence and their spanish translations:

- Je hebt hier gewoond?
- Heb je hier gewoond?

¿Viviste aquí?

Ik heb hier gewoond.

Yo he vivido aquí.

Hebben ze hier gewoond?

- ¿Ellos vivían aquí?
- ¿Ellos vivieron aquí?

Ik heb hier jaren gewoond.

Hace años que vivo aquí.

Hij heeft altijd in Tokio gewoond.

Él siempre ha vivido en Tokio.

Ik heb hier lange tijd gewoond.

He vivido aquí mucho tiempo.

Ik heb hier dertig jaar gewoond.

He vivido aquí durante treinta años.

Ik heb al in Coimbra gewoond.

Ya he vivido en Coimbra.

Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.

- El parece haber vivido en España.
- Creo que él ha vivido en España.

Ik heb zes maanden in China gewoond.

- He vivido en China durante seis meses.
- Viví en China por seis meses.

Hij heeft drie jaar in Kobe gewoond.

Él ha vivido en Kobe durante tres años.

Hij heeft daar heel zijn leven gewoond.

- Ha vivido allí toda su vida.
- Él vivió allí durante toda su vida.
- Él vivió allá toda su vida.

Hoelang heb je op het eiland gewoond?

¿Cuánto tiempo viviste en la isla?

- Tom heeft daar gewoond.
- Tom woonde daar.

Tom vivía ahí.

Ik heb drie jaar in Australië gewoond.

Viví en Australia durante tres años.

Mijn ouders hebben vroeger in Frankrijk gewoond.

Mis padres vivían en Francia.

Waarom heeft hij in de Verenigde Staten gewoond?

¿Por qué vivió en los Estados Unidos?

Hij heeft vele jaren in het buitenland gewoond.

Él vivió en el extranjero por muchos años.

Ik heb bijna drie jaar in Boston gewoond.

Viví casi tres años en Boston.

Mijn oom heeft twee jaar in Washington D.C. gewoond.

Mi tío vivió en Washington durante dos años.

De oude man heeft hier zijn hele leven gewoond.

El anciano ha vivido aquí toda su vida.

- Waar heb je vorig jaar gewoond?
- Waar woonde je vorig jaar?

¿Dónde viviste el año pasado?

Hij heeft daar tien jaar gewoond, en dan is hij verhuisd naar Kioto.

Él vivió ahí por diez años, luego se mudó a Kioto.

- Hij heeft daar heel zijn leven gewoond.
- Hij woont daar vanaf zijn geboorte.

- Ha vivido allí toda su vida.
- Él vivió allí durante toda su vida.
- Él vivió allá toda su vida.

Ik woon in de stad maar mijn ouders hebben op het platteland gewoond.

Yo vivo en la ciudad, pero mis padres vivían en el campo.

Wist je dat Julia tien jaar in Moskou gewoond heeft? Daarom spreekt ze zo goed Russisch.

¿Sabías que Julia vivió 10 años en Moscú? Por eso habla ruso tan bien.