Translation of "Gehuwd" in Spanish

0.006 sec.

Examples of using "Gehuwd" in a sentence and their spanish translations:

- Bent u nog altijd gehuwd?
- Ben je nog altijd gehuwd?

¿Todavía estás casado?

Ik was net gehuwd.

con la que me acababa de casar.

- Ik ben getrouwd.
- Ik ben gehuwd.

- Estoy casado.
- Estoy casada.
- Soy casado.
- Soy casada.

Ik ben gehuwd en heb twee zonen.

- Estoy casado y tengo dos hijos.
- Estoy casada y tengo dos hijos.

- Je weet dat ik gehuwd ben.
- U weet dat ik getrouwd ben.
- U weet dat ik gehuwd ben.

- Usted sabe que yo estoy casada.
- Usted sabe que yo estoy casado.

De vorige maand is ze met Tom gehuwd.

Ella se casó con Tom el mes pasado.

- Je weet dat ik getrouwd ben.
- Je weet dat ik gehuwd ben.
- U weet dat ik getrouwd ben.
- U weet dat ik gehuwd ben.

- Usted sabe que yo estoy casada.
- Usted sabe que yo estoy casado.

- Vorige maand is ze met Tom getrouwd.
- De vorige maand is ze met Tom gehuwd.

Ella se casó con Tom el mes pasado.

- Voor zover ik weet is zij nog altijd niet gehuwd.
- Voor zover ik weet, is zij nog niet getrouwd.

Que yo sepa, ella todavía no está casada.