Translation of "Baden" in Spanish

0.003 sec.

Examples of using "Baden" in a sentence and their spanish translations:

Ze baden.

Oraban.

Ik ben aan het baden.

Me voy a dar un baño.

- Wij baden samen.
- We hebben samen gebeden.

Rezamos juntos.

- We waren aan het bidden.
- We baden.

Orábamos.

- Ze waren aan het bidden.
- Ze baden.

Oraban.

Het is gevaarlijk om te baden in deze rivier.

Es peligroso bañarse en este río.

Het is niet toegestaan om in dit meer te baden.

No está permitido bañarse en este lago.

Op Hawaï kan men het hele jaar door in de zee baden.

En Hawaii uno se puede bañar en el mar en cualquier momento del año.

- Ik zit in bad.
- Ik ben een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

- Me voy a dar un baño.
- Me estoy bañando.

- Ik zit nu in bad.
- Ik ben nu een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

- Me voy a dar un baño.
- Ahora me estoy dando un baño.

- Je was aan het bidden.
- U was aan het bidden.
- Jullie waren aan het bidden.
- U bad.
- Je bad.
- Jullie baden.

Oraban.

- Ik zit in bad.
- Ik ben een bad aan het nemen.
- Ik zit nu in bad.
- Ik ben nu een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

- Me voy a dar un baño.
- Ahora me estoy dando un baño.
- Me estoy bañando.