Translation of "Appartement" in Portuguese

0.011 sec.

Examples of using "Appartement" in a sentence and their portuguese translations:

Toms appartement ligt overhoop.

O apartamento de Tom é bagunçado.

Mijn appartement is klein.

- Meu apartamento é pequeno.
- O meu apartamento é pequeno.

Hij woont in een appartement.

- Vive num apartamento.
- Mora num apartamento.

Ik woon in een appartement.

- Vivo num apartamento.
- Eu vivo num apartamento.

We hebben geen groot appartement.

Nós não temos um apartamento grande.

Hij woont alleen, in een appartement.

Ele mora sozinho num apartamento.

Ik woon in een klein appartement.

Vivo em um pequeno apartamento.

Het appartement van Thomas was klein.

O apartamento de Tom era pequeno.

Heb je hun nieuwe appartement gezien?

- Viste o novo apartamento deles?
- Você viu o novo apartamento deles?

Er was ingebroken in het appartement.

O apartamento foi assaltado por arrombamento.

- We huurden het appartement.
- We huurden de flat.
- We verhuurden het appartement.
- We verhuurden de flat.

Nós alugamos o apartamento.

Mijn appartement is niet ver van hier.

Meu apartamento fica perto daqui.

Mijn appartement is hier niet ver vandaan.

Meu apartamento não fica longe daqui.

Hoeveel huur betaal je voor het appartement?

Quanto você paga pelo aluguel do apartamento?

Tom is op zoek naar een groter appartement.

Tom está procurando um apartamento maior.

Heb je hem mee terug genomen naar je appartement?

- Você o levou de volta a seu apartamento?
- Levaste-o de volta a teu apartamento?

Wat is er gebeurd? Het hele appartement is nat.

O que aconteceu? Há água por todo o apartamento.

Ik huurde een appartement toen ik in Boston woonde.

Eu aluguei um apartamento quando morava em Boston.

- Hij woont in een appartement.
- Hij woont in een woning.

Ele mora em apartamento.

- Heeft de flat drie slaapkamers?
- Heeft het appartement drie slaapkamers?

O apartamento tem três quartos?

- Ik heb een appartement gevonden.
- Ik heb een flat gevonden.

- Encontrei um apartamento.
- Eu encontrei um apartamento.

Wat is er gebeurd? Er ligt water door heel het appartement!

O que aconteceu? Há água por todo o apartamento!

- Mijn woning is nabij.
- Mijn flat is nabij.
- Mijn appartement is dichtbij.

Meu apartamento é perto.

Tom, met wie ik het appartement deelde, is de afgelopen maand verhuisd.

Tom, com quem eu compartilhava o apartamento, se mudou no mês passado.

- Mijn woning is op de vierde verdieping.
- Mijn appartement is op de vierde verdieping.

- Meu apartamento fica no quarto andar.
- O meu apartamento fica no quarto andar.

- Mijn kamer is op de vierde verdieping.
- Mijn woning is op de vierde verdieping.
- Mijn appartement is op de vierde verdieping.

- Meu apartamento fica no quarto andar.
- O meu apartamento fica no quarto andar.