Translation of "Kamer" in Japanese

0.017 sec.

Examples of using "Kamer" in a sentence and their japanese translations:

- Is dat jouw kamer?
- Is dat uw kamer?
- Is dat jullie kamer?

これはあなたの部屋ですか。

De enige vrije kamer is een dubbele kamer.

- 空いておりますのは、ダブルのお部屋だけになります。
- 空いているのはダブルの部屋だけだ。

- Maak je kamer schoon.
- Maak uw kamer schoon.

自分の部屋を掃除しなさい。

- Waar is je kamer?
- Waar is jullie kamer?

あなたの部屋はどこですか。

Kamer te huur.

貸し間あり。

Verlaat de kamer.

- 部屋を出ろ。
- 部屋から出てちょうだい。

- Hij ging uit de kamer.
- Hij verliet de kamer.

彼は部屋から出ていった。

- Hij ging zijn kamer binnen.
- Hij ging zijn kamer in.
- Hij is zijn kamer in gegaan.

彼は自分の部屋に入った。

- De kamer heeft twee vensters.
- De kamer heeft twee ramen.

その部屋には窓が2つある。

- Je moet je kamer opruimen.
- Je moet je kamer kuisen.

部屋の掃除をしなさい。

- Hij ging de kamer binnen.
- Hij kwam de kamer binnen.

- 彼は部屋に入ってきた。
- 彼は部屋に入った。
- 彼が部屋に入ってきた。

- Hij ging zijn kamer binnen.
- Hij ging zijn kamer in.

彼は自分の部屋に入った。

- Heb je een eigen kamer?
- Hebt ge een eigen kamer?

- 君は自分用の部屋を持っていますか。
- 君は自分の部屋を持っていますか。
- あなたは自分の部屋をもっていますか。

Dit is kamer 839.

- 839号室です。
- 839号室なんですけど。

De kamer was warm.

部屋は暖かかった。

Kom mijn kamer in.

私の部屋に入りなさい。

Deze kamer heeft airconditioning.

この部屋にはエアコンがありますよ。

Kom in de kamer.

部屋の中に入ってください。

Hou je kamer schoon.

- 部屋を清潔にしておきなさい。
- 部屋はきれいにしときなさいよ。

Hebt u een kamer?

空き部屋はありますか。

Hoeveel kost de kamer?

部屋代はいくらですか?

De kamer was donker.

部屋は暗かった。

Deze kamer is rustig.

この部屋は静かです。

Hij verliet de kamer.

彼は部屋から出ていった。

Maak de kamer schoon.

- 部屋を片付けなさい。
- 部屋を片づけて。
- 部屋を掃除しなさい。

Wiens kamer is dit?

これは誰の部屋ですか。

Is dat jouw kamer?

ここって、あなたの部屋?

Toms kamer is leeg.

トムの部屋は空っぽだ。

Blijf uit mijn kamer.

俺の部屋に入ってくんなよ。

Waar is je kamer?

あなたの部屋はどこですか。

- De kamer rook naar tabak.
- De kamer stonk naar tabak.
- In de kamer stonk het naar tabak.

その部屋はたばこ臭かった。

- Gelieve te wachten voor kamer 213.
- Wacht alstublieft voor kamer 213.

213号室の前でお待ちください。

- Ik heb kamer 5.
- Het nummer van mijn kamer is 5.

部屋番号は5です。

- De kamer van mijnheer Johnson was een grote.
- De kamer van de heer Johnson was een grote kamer.

ジョンソン氏の部屋は広い部屋だった。

- Ik heb haar mijn kamer getoond.
- Ik heb hem mijn kamer getoond.
- Ik heb haar mijn kamer laten zien.

私は彼女に自分の部屋を見せた。

- Je moet je kamer schoon houden.
- U moet uw kamer schoon houden.

- 部屋をきれいにしておかなければいけません。
- 自分の部屋はきれいにしておきなさい。
- 自分の部屋はいつもきれいにしておかなければいけないよ。
- 君は部屋を清潔にしておかなければならないよ。
- あなたは自分の部屋をきれいにしておかなければいけない。

- Ze zijn beiden in de kamer.
- Ze zijn allebei in de kamer.

二人は部屋にいます。

- De kamer stonk naar tabak.
- In de kamer stonk het naar tabak.

その部屋はたばこ臭かった。

Heb je een eigen kamer?

君は自分用の部屋を持っていますか。

Mayuko kwam de kamer binnen.

マユコは部屋に入った。

De kaarsen verlichtten de kamer.

ろうそくは部屋を明るくした。

Mayuko kwam de kamer uit.

マユコが部屋から出てきた。

Zij ging de kamer uit.

彼女は部屋を出て行った。

Zij kwam uit de kamer.

彼女は部屋から出てきた。

Hij houdt zijn kamer schoon.

- 彼は部屋を綺麗にしておく。
- 彼は自分の部屋はきれいにしてるんだ。

Wie is in de kamer?

- 誰がこの部屋の中にいますか。
- 誰がこの部屋にいますか。

Laten we onze kamer kuisen.

私たちの部屋をそうじしましょう。

Je moet je kamer opruimen.

- 部屋を掃除しなければならない。
- 自分の部屋の掃除をしなさい。

De kamer lag geheel overhoop.

- 部屋は散らかり放題だった。
- 部屋は散らかし放題だった。

Mevr. Smith poetst die kamer.

その部屋はスミス夫人が掃除します。

Heb je je kamer schoongemaakt?

あなたの部屋を掃除しましたか。

De kamer rook naar tabak.

その部屋はたばこ臭かった。

Ze toonde mij haar kamer.

- 彼女は僕に部屋を見せてくれた。
- 彼女は私に部屋を見せてくれた。

Alice slaapt in haar kamer.

アリスは自分の部屋で寝ている。

Hij ging zijn kamer binnen.

彼は自分の部屋に入った。

De kamer was propvol mensen.

部屋は人でいっぱいだった。

Tom keek in de kamer.

トムは部屋を覗き込んだ。

Hij heeft zijn eigen kamer.

彼は自分の部屋を持っている。

Mijn kamer is erg klein.

私の部屋はとても狭いの。

Ik moet mijn kamer opruimen.

- 自分の部屋の掃除をしなければならない。
- 私は自分の部屋を掃除しなければなりません。

John liep de kamer in.

ジョンは部屋にかけ込んだ。

Deze kamer is groot genoeg.

- この部屋は十分大きい。
- この部屋の広さで十分だ。

Deze kamer heeft drie ramen.

この部屋には窓が3つある。

Hij ging de kamer binnen.

彼が部屋に入ってきた。

De kamer heeft twee vensters.

その部屋には窓が2つある。

Hij keek de kamer rond.

彼は部屋を見回した。

Hij moest zijn kamer opruimen.

- 彼は部屋の掃除をしなければならなかった。
- 彼は部屋を片付けなければならなかった。

Hij kwam de kamer binnen.

彼は部屋に入った。

- Er mogen geen studenten in de kamer.
- In de kamer mogen er geen studenten.
- Studenten mogen de kamer niet binnen.

いかなる生徒もその部屋に入ることは許可されていない。

- Ik volgde hem naar zijn kamer.
- Ik volgde hem tot in zijn kamer.

私は彼の後について彼の部屋に入った。

- Ik heb haar mijn kamer getoond.
- Ik heb haar mijn kamer laten zien.

私は彼女に自分の部屋を見せた。

- In deze kamer mag niet gerookt worden.
- Je mag in deze kamer niet roken.

この部屋ではタバコを吸ってはいけない。

- Je kunt hier in deze kamer lunchen.
- Jullie kunnen hier in deze kamer lunchen.

この部屋で昼食をとってもいいですよ。

Het is een zeer stille kamer.

とても静かな部屋ですよ。

De kamer is aan het opwarmen.

部屋は次第に暖まってきた。