Translation of "Geheugen" in Italian

- Zijn geheugen verrast me.
- Zijn geheugen verwondert mij.

La sua memoria mi sorprende.

Wat een geheugen!

Che memoria!

- Ge hebt een goed geheugen.
- Gij hebt een goed geheugen.
- Je hebt een goed geheugen.

- Ha una buona memoria.
- Hai una buona memoria.
- Tu hai una buona memoria.
- Lei ha una buona memoria.

Hij verloor zijn geheugen.

- Ha perso la memoria.
- Lui ha perso la memoria.
- Perse la memoria.
- Lui perse la memoria.

Zijn geheugen verrast me.

La sua memoria mi sorprende.

We hadden een goed geheugen.

- Avevamo una buona memoria.
- Noi avevamo una buona memoria.

Ik ben mijn geheugen kwijt.

- Ho perso la memoria.
- Io ho perso la memoria.

Hij heeft een goed geheugen.

Ha una buona memoria.

Tom heeft een slecht geheugen.

Tom ha una pessima memoria.

Ze heeft ook een goed geheugen.

Anche lei ha una buona memoria.

Mijn broer heeft een goed geheugen.

Mio fratello ha una buona memoria.

Ook het ruimtelijk geheugen is buitengewoon goed.

E la memoria spaziale è insolitamente buona.

Tom heeft het geheugen van een goudvis.

Tom ha la memoria di un pesce rosso.

Lijken we een erg kort geheugen te hebben.

tendiamo ad avere una memoria corta.

...geheugen gegrift staat is een enorme haai die haar opeens nadert.

impressa nella memoria, un enorme squalo che si avvicina all'improvviso.

Boeken zijn bijen die stuifmeel van het ene naar het andere geheugen dragen.

I libri sono le api che portano il miele da un'intelligenza all'altra.

Smith heeft jarenlang de effecten onderzocht van slaap en gebrek aan slaap op het geheugen en het leerproces.

Smith ha passato anni a studiare l'effetto del sonno e della mancanza di sonno sulla memoria e l'apprendimento.