Translation of "Huilen" in Hungarian

- Stop met huilen.
- Stop met huilen!

- Hagyd abba a sírást!
- Ne sírj!

Mannen huilen niet.

A férfiak sosem sírnak.

Heksen huilen niet.

A boszorkányok nem sírnak.

Tom zal huilen.

Tom sírni fog.

Kleine meisjes huilen.

Kislányok sírnak.

Huilen jullie nu?

Ti sírtok, fiúk?

Niet huilen, Tom.

Ne sírj, Tom.

Ik wilde huilen.

Sírni akartam.

Tom zou huilen.

Tom elsírná magát.

Niet huilen alsjeblieft.

Kérlek, ne sírj.

Alle baby's huilen.

A kisbabák sírósak.

Stop met huilen!

Hagyd abba a sírást!

- Stop nu met huilen.
- Hou nu op met huilen.

Most hagyd abba a sírást.

- Waren jullie aan het huilen?
- Was je aan het huilen?

Sírtál?

Tom begon te huilen.

Tom elkezdett sírni.

Zelfs mannen huilen soms.

Még a férfiak is sírnak néha.

Hij begon te huilen.

Sírni kezdett.

Ze hoorde hem huilen.

- Hallotta sírni.
- Hallotta kiáltani.

Beter lachen dan huilen.

Inkább nevetek, mint sírok.

Ik zag hem huilen.

Láttam őt sírni.

Ik zag Tom huilen.

Láttam Tomit, ahogy sírt.

- Wenen dient tot niets.
- Huilen heeft geen zin.
- Huilen zal niet helpen.

A sírás semmit sem segít.

Hou alsjeblieft op met huilen.

Kérlek, hagyd abba a sírást!

Tom was aan het huilen.

Tom sírt.

De baby begon te huilen.

A baba sírni kezdett.

Tom begon plotseling te huilen.

Tom hirtelen sírni kezdett.

Ze begon opnieuw te huilen.

Újból elkezdett sírni.

Hij was aan het huilen.

Sírt.

- Huil je?
- Ben je aan het huilen?
- Bent u aan het huilen?
- Huilt u?

- Sírsz?
- Sírtok?

En ik wilde alleen maar huilen.

sírás fojtogatott.

Mijn vriend is aan het huilen.

A barátom sír.

Waarom zijn ze aan het huilen?

Miért sírnak?

Ik kon niet stoppen met huilen.

Nem tudtam abbahagyni a sírást.

De wolvin is aan het huilen.

A nőstény farkas üvölt.

Ik maakte haar aan het huilen.

Megríkattam.

De kinderen waren het huilen nabij.

A gyerekek majdnem elkezdtek bőgni.

Waarom ben ik aan het huilen?

Most meg miért sírok?

Waarom ben je aan het huilen?

- Miért sírsz?
- Miért pityeregsz?
- Miért itatod az egereket?

- Waarom ben je aan het huilen?
- Waarom huil je?
- Waarom huilt u?
- Waarom huilen jullie?

Miért sírsz?

- Ik zou willen wenen.
- Ik wil huilen.

- Sírni lenne kedvem.
- Sírhatnékom van.
- Mindjárt sírok.
- A sírás kerülget.

- Ze huilt.
- Ze is aan het huilen.

Sír.

- Bent u aan het huilen?
- Huilt u?

Sírsz?

- Probeer niet te huilen.
- Probeer niet te wenen.

Próbálj meg nem sírni!

- Ik barstte in tranen uit.
- Ik begon te huilen.

Sírni kezdtem.

- Waarom is Tom aan het huilen?
- Waarom huilt Tom?

Tom miért sír?

- De baby huilt.
- De baby is aan het huilen.

A baba sír.

- Waarom huil ik?
- Waarom ben ik aan het huilen?

Miért sírok?

- Mijn moeder huilde.
- Mijn moeder was aan het huilen.

Az anyám sírt.

- Ik zou willen wenen.
- Ik heb zin om te huilen.

- Sírni lenne kedvem.
- Sírni volna kedvem.
- Sírás kerülget.

De meisjes die geen poppen hadden gekregen begonnen te huilen.

A kislányok, akik nem kaptak babát, sírni kezdtek.

- Tom huilt nog steeds.
- Tom is nog steeds aan het huilen.

Tom még mindig sír.

- Huil met de wolven.
- Huilen met de wolven in het bos.

- Ha farkasok közé keveredtél, velük kell üvöltened.
- Farkasok közt üvölts farkasként.

- Waarom ben je aan het huilen?
- Waarom huil je?
- Waarom huilt u?

- Miért sírsz?
- Miért sírtok?

Ik probeerde haar op te beuren, maar ze deed niks dan huilen.

Megpróbáltam felvidítani, de ő csak sírt.

Maar even serieus, om aflevering 21 moest ik zowat huilen van het lachen.

De komolyan, a huszonegyedik epizódnál majdnem sírtam a nevetéstől.

- Ik kan het niet helpen dat ik moet huilen.
- Ik kan er niets aan doen dat ik huil.

Nem bírom abbahagyni a sírást.