Translation of "Zout" in German

- Het zout, alsjeblieft.
- Het zout, alstublieft.

Bitteschön, das Salz.

- Is er nog zout?
- Is er zout over?

- Ist noch Salz übrig?
- Ist noch Salz da?
- Gibt es noch Salz?

Ik proef zout.

Ich schmecke Salz.

Zeewater bevat zout.

Meerwasser enthält Salz.

Zeewater smaakt zout.

Meerwasser schmeckt salzig.

- Is er nog zout over?
- Is er zout over?

Ist noch Salz übrig?

Beter iets zonder zout eten dan iets te zout.

Besser etwas ohne Salz essen als etwas Versalzenes.

- Zout in iemands wonden wrijven.
- Zout in de wonde strooien.

Salz in die Wunde streuen.

- Geef me even het zout door, alsjeblief.
- Geeft u me het zout door, alstublieft.
- Geef me het zout door, alstublieft.
- Het zout, alsjeblieft.

- Gibst du mir bitte mal das Salz?
- Gib mir bitte das Salz.
- Reichen Sie mir bitte das Salz.
- Reich mir das Salz, bitte.
- Gib mir das Salz, bitte.
- Bitte reich mir das Salz.
- Bitte gib mir das Salz herüber.
- Geben Sie mir bitte das Salz.
- Bitte geben Sie mir das Salz.
- Reich mir bitte das Salz!
- Bitte reich mir das Salz rüber.

Is er zout over?

Ist noch Salz übrig?

Mary kookt zonder zout.

Mary kocht ohne Salz.

Moet ik zout toevoegen?

Muss ich mehr salzen?

Geef me het zout!

Gib mir das Salz!

Is er nog zout?

Gibt es noch Salz?

- Kunt u mij het zout even aangeven?
- Geef me het zout alsjeblieft.
- Geef me even het zout door, alsjeblief.
- Geeft u me het zout door, alstublieft.
- Geef me het zout door, alstublieft.
- Kunt u me het zout aangeven, alstublieft?

- Könnten Sie mir bitte das Salz reichen?
- Könntest du mir bitte das Salz reichen?
- Können Sie mir das Salz reichen?
- Könntet ihr mir bitte das Salz reichen?
- Könnten sie mir bitte das Salz geben?

- Kunt u mij het zout even aangeven?
- Kunt u me het zout aangeven, alstublieft?
- Geef me het zout alstublieft.

- Könnten Sie mir bitte das Salz reichen?
- Könntet ihr mir bitte das Salz reichen?
- Könnten sie mir bitte das Salz geben?

- Kunt u mij het zout even aangeven?
- Geef me het zout alstublieft.

Könnten Sie mir bitte das Salz reichen?

Zout in iemands wonden wrijven.

Salz in die Wunde streuen.

Er is geen zout meer.

Es ist kein Salz mehr da.

Geef me het zout alsjeblieft.

- Reich mir doch bitte das Salz.
- Reiche mir bitte das Salz.
- Gib mir bitte das Salz rüber!

Deze soep is te zout.

Diese Suppe ist versalzen.

De soep is te zout.

Die Suppe ist zu salzig.

Is er nog zout over?

Ist noch Salz übrig?

Geef me het zout alstublieft.

- Könnten Sie mir bitte das Salz reichen?
- Bitte reich mir das Salz.
- Bitte gib mir das Salz herüber.

Dat eten is te zout.

- Dieses Essen ist zu salzig.
- Das Essen hier ist versalzen.

Zout in de wonde strooien.

Salz in die Wunde streuen.

Voeg een beetje zout toe.

Füge etwas Salz hinzu.

- Kunt ge mij het zout geven a.u.b.?
- Kan je mij het zout geven?

Darf ich Sie um das Salz bitten?

Zij heeft suiker en zout verwisseld.

Sie hat Zucker und Salz verwechselt.

"Geef me alstublieft het zout. "Hier. "

- „Reichen Sie mir bitte das Salz.“ „Hier, bitte.“
- „Reicht mir bitte das Salz.“ „Hier, bitte.“

- Ik vroeg om extra zout op mijn frieten.
- Ik vroeg om extra zout op mijn friet.
- Ik vroeg om extra zout op mijn frietjes.
- Ik vroeg om extra zout op mijn patat.

- Ich bat um mehr Salz für meine Pommes frites.
- Ich bat um mehr Salz für meine Pommes.

- Tom heeft wat zout op zijn eieren gelegd.
- Tom strooide wat zout op zijn eieren.

Tom salzte sein Ei.

Geef me even het zout door, alsjeblief.

- Reich mir das Salz, bitte.
- Reich mir bitte das Salz!
- Gib mir bitte das Salz rüber!

Zout helpt voedsel te conserveren tegen bederf.

- Salz macht Nahrungsmittel länger haltbar.
- Salz konserviert Lebensmittel.

Deze soep heeft een vleugje zout nodig.

In der Suppe fehlt noch eine Prise Salz.

Kunt u mij het zout even aangeven?

- Könnten Sie mir bitte das Salz reichen?
- Könntest du mir bitte das Salz reichen?

Geef me het zout en de peper, alsjeblieft.

Reichen Sie mir bitte Salz und Pfeffer.

Zout water heeft meer drijfvermogen dan zoet water.

Salzwasser trägt besser als Süßwasser.

Ik vroeg om extra zout op mijn frieten.

- Ich bat um mehr Salz für meine Pommes frites.
- Ich bat um mehr Salz für meine Pommes.

Zij verkopen suiker en zout in de winkel.

Sie verkaufen Zucker und Salz in dem Laden.

Deze soep is te zout om te eten.

Die Suppe hier ist zum Essen zu salzig.

Er is te veel zout in die soep.

In dieser Suppe ist zu viel Salz.

Ze verkopen suiker en zout in die winkel.

Sie verkaufen Zucker und Salz in dem Laden.

Geef me het zout en de peper alsjeblieft.

Reich mir bitte Salz und Pfeffer!

...het zout omlaag gaat en het op kamertemperatuur komt.

nach Absinken der Salze und Abkühlung auf Zimmertemperatur

Hij deed per ongeluk zout in zijn kopje koffie.

- Er hat versehentlich Salz in seine Tasse Kaffee getan.
- Er hat aus Versehen Salz in seine Tasse Kaffee geschüttet.

Zouden we er een beetje meer zout bij doen?

- Sollen wir ein bisschen mehr Salz hinzufügen?
- Sollen wir noch etwas mehr Salz hinzugeben?

Met wat peper en zout smaakt het beslist beter.

Mit etwas Pfeffer und Salz schmeckt es bestimmt besser.

De soep hier is te zout om te eten.

Die Suppe hier ist zum Essen zu salzig.

- Zou je zo aardig willen zijn het zout door te geven?
- Zou u zo aardig willen zijn het zout door te geven?

Würden sie so freundlich sein, mir das Salz zu geben?

Wat doe je? Omhels je jezelf om zout te krijgen?

Was soll das werden? Willst du dich von nichts ernähren?

Denk je dat een beetje zout de smaak zou verbeteren?

Glaubst du, dass ein bisschen Salz den Geschmack verbessert?

Een zoen zonder snor is als een ei zonder zout.

Ein Kuss ohne Schnurrbart ist wie ein Ei ohne Salz.

Zeewater kun je niet drinken omdat het te zout is.

Man kann kein Meerwasser trinken, weil es zu salzig ist.

Om 't klimaat te veranderen. Om veel zout water te verdampen.

Um das Klima zu ändern. Um viel Salzwasser verdunsten zu lassen.

...en hoewel het erg zout is... ...zitten er veel voedingsstoffen in.

und obwohl sie sehr salzig sind, beinhalten sie viele tolle Nährstoffe.

Zou je me het zout kunnen geven wanneer je klaar bent?

Kannst du mir das Salz geben, wenn du fertig bist?

Door armoede en onderontwikkeling gaan er ook veel rare verhalen rond: dat je geen ebola krijgt door je in zout water te wassen bijvoorbeeld.

Wegen Armut und Unterentwicklung kursieren auch viele merkwürdige Gerüchte. Zum Beispiel, dass man Ebola nicht bekommt, wenn man sich mit Salzwasser wäscht.