Translation of "Woedend" in German

Hij werd woedend.

und wurde sehr wütend.

Ik was woedend.

Ich war wütend.

Tom was woedend.

Tom war wütend.

Tom is woedend.

Tom ist wütend.

Ik ben woedend.

Ich bin wütend.

Ze was woedend.

Sie war wütend.

Ik werd woedend.

- Ich geriet in Zorn.
- Ich werde wütend.

Tom werd woedend.

Tom wurde wütend.

George was woedend!

George war fuchsteufelswild!

Jane was woedend.

Jane war zornig.

Mijn moeder was woedend.

Meine Mutter war fuchsteufelswild.

Dat maakt haar woedend.

Das macht sie wütend.

Kleurloze groene ideeën slapen woedend.

Farblose grüne Ideen schlafen wütend.

Hij is woedend op jou.

Er ist wütend auf dich.

Waarom ben je zo woedend?

- Warum bist du so wütend?
- Warum bist du so mürrisch?

Zijn arrogantie maakte mij woedend.

Seine Arroganz macht mich wütend.

Hij is nog steeds woedend.

Er ist immer noch wütend.

Dit antwoord maakte hem woedend.

- Die Antwort ärgerte ihn.
- Die Antwort verärgerte ihn.
- Die Antwort machte ihn ärgerlich.

Hij was woedend op haar.

Er geriet in Wut ihr gegenüber.

Waardoor is ze zo woedend geworden?

Was hat sie so aufgebracht?

- Tom was woedend.
- Tom was verontwaardigd.

Tom war empört.

De minste tegenstand maakt hem woedend.

Die kleinste Widerrede regt ihn auf.

- Ik was woedend.
- Ik was boos.

Ich war wütend.

- Hij werd kwaad.
- Hij werd woedend.

Er wurde wütend.

- Hij werd woedend.
- Hij werd razend.

- Er wurde wütend.
- Er wurde rasend.

De gouverneur van Texas was woedend.

Der Gouverneur von Texas war wütend.

Ik was woedend en in de war.

Ich war wütend und verwirrt.

- Mijn moeder is woest.
- Mijn moeder is woedend.

- Meine Mutter ist wütend.
- Meine Mutter ist verärgert.

- Hij werd kwaad.
- Hij werd woedend.
- Hij werd razend.

- Er wurde wütend.
- Er wurde rasend.

Ze was woedend toen ik zei dat ze liegt.

Sie war empört als ich sagte, dass sie lügt.

- Hij is nog steeds boos.
- Hij is nog steeds woedend.

Er ist immer noch wütend.

Effectief de kracht van zijn troepen openbaarde, maakte Napoleon nog woedend.

die die Stärke seiner Streitkräfte effektiv bekannt machte, machte Napoleon noch wütender.

- Wat maakte haar zo kwaad?
- Waardoor is ze zo woedend geworden?

Was hat sie so aufgebracht?

Met veertig wordt hij niet meer zo snel woedend als vroeger.

Mit vierzig wird er nicht mehr so schnell wütend wie früher.