Translation of "Voorbij" in German

Voorbij is voorbij.

Vorbei ist vorbei!

...is voorbij.

...zu Ende.

Missie voorbij.

Mission zu Ende.

Voorbij het gevaar.

Die Gefahrenzone liegt hinter ihr.

Alles is voorbij.

Es ist alles vorbei.

Jaren gingen voorbij.

Jahre vergingen.

Het is voorbij.

Es ist vorbei.

Dat gaat voorbij.

Das geht vorbei.

Dat is voorbij.

Das ist vorbei.

Schoonheid gaat voorbij.

Schönheit ist vergänglich.

Hij raasde voorbij.

Er eilte vorüber.

Het gaat voorbij.

Das geht vorbei.

- Wat voorbij is, is voorbij.
- Wat gebeurd is, is gebeurd.

Was vorbei ist, ist vorbei.

Deze missie... ...is voorbij.

Diese Mission... ...ist zu Ende.

Veertig jaar zijn voorbij.

Vierzig Jahre sind vergangen.

De zomervakantie is voorbij.

Die Sommerferien sind vorbei.

De zomer is voorbij.

- Der Sommer ist vorbei.
- Der Sommer ist zu Ende.

Het is bijna voorbij.

Es ist fast vorbei.

Tien dagen gingen voorbij.

- Zehn Tage vergingen.
- Zehn Tage gingen vorbei.

De winter is voorbij.

Der Winter ist vorüber.

Vele jaren gingen voorbij.

Viele Jahre gingen vorüber.

De tyfoon is voorbij.

Der Taifun ist vorbei.

De week is voorbij.

- Die Woche ist vorbei.
- Die Woche ist vorüber.

Drie weken gingen voorbij.

- Es vergingen drei Wochen.
- Drei Wochen vergingen.

De winter gaat voorbij.

- Winter wird vorübergehen.
- Der Winter wird weichen.
- Der Winter geht vorüber.

Het ergste is voorbij.

Das Schlimmste haben wir hinter uns.

Ze renden Tom voorbij.

Sie rannten an Tom vorbei.

Het is nu voorbij.

Es ist jetzt vorbei.

De tijd vloog voorbij.

Die Zeit verging wie im Flug.

De oorlog is voorbij.

Der Krieg ist aus.

De tijd vliegt voorbij.

Die Zeit vergeht schnell.

Weer een dag voorbij.

Ein weiterer Tag verging.

Het jachtseizoen is voorbij.

Die Jagdsaison ist vorbei.

De lessen zijn voorbij.

Der Unterricht ist zu Ende.

Het skiseizoen is voorbij.

Die Skisaison ist zu Ende.

Alles is eindelijk voorbij.

Es ist endlich alles vorbei.

- De oorlog is in wezen voorbij.
- De oorlog is praktisch voorbij.

Der Krieg ist im Wesentlichen vorbei.

...waar de missie voorbij is.

Diese Mission... ist zu Ende.

Het Vikingtijdperk was toen voorbij.

Die Wikingerzeit war dann vorbei.

Het is nog niet voorbij.

Es ist noch nicht vorbei.

Er gaat een dominee voorbij.

Es fliegt ein Engel durch das Zimmer.

Is het allemaal echt voorbij?

Ist das wirklich alles vorbei?

Het is voorbij tussen ons.

- Zwischen uns ist alles vorbei.
- Es ist aus zwischen uns.

De bijeenkomst is bijna voorbij.

Das Treffen ist beinahe zu Ende.

Hij wandelde voorbij het huis.

Er ging am Haus vorbei.

De vakantie is nu voorbij.

Die Ferien sind jetzt vorbei.

De tijd gaat snel voorbij.

Die Zeit vergeht sehr schnell.

- De tijd vloog snel.
- De tijd vloog voorbij.
- De tijd is snel voorbij gegaan.

Die Zeit ist sehr schnell vergangen.

En toen de oorlog voorbij was,

Als der Krieg vorbei war

De oorlog is in wezen voorbij.

Der Krieg ist im Wesentlichen vorbei.