Translation of "Thomas" in German

0.004 sec.

Examples of using "Thomas" in a sentence and their german translations:

Thomas zwom.

Thomas schwamm.

Thomas knielde.

Thomas kniete.

Thomas antwoordde.

- Thomas hat geantwortet.
- Thomas antwortete.

Thomas eet oesters.

Tom isst Austern.

- Thomas leerde mij veel.
- Thomas heeft mij veel geleerd.

Tom hat mich viel gelehrt.

Thomas kookt een ei.

Tom kocht ein Ei.

Maakt Thomas een grapje?

Scherzt Thomas?

Thomas wacht op iemand.

Tom wartet auf jemand.

Thomas houdt van schrijven.

Tom schreibt gerne.

Thomas wilde dokter worden.

Tom wollte Arzt werden.

Thomas was een timmerman.

Tom war Zimmermann.

- Tom knielde.
- Thomas knielde.

Thomas kniete.

- Thomas Edison heeft de lamp uitgevonden.
- Thomas Edison heeft de gloeilamp uitgevonden.

Thomas Edison hat die Glühbirne erfunden.

Thomas is nergens te vinden.

Tom ist nirgendwo zu finden.

Thomas eet graag rauwe oesters.

Tom isst gerne rohe Austern.

Thomas Edison heeft de lamp uitgevonden.

Thomas Edison hat die Glühbirne erfunden.

Wat stopte Thomas in de zak?

Was hat Tom in die Tasche hineingetan?

Je bent een vriend van Thomas.

Du bist ein Freund von Thomas.

Het appartement van Thomas was klein.

Toms Wohnung war klein.

We noemden hem Thomas naar zijn grootvader.

Wir haben ihn Thomas nach seinem Großvater genannt.

Thomas werd getroffen door een giftige pijl.

Tom wurde mit einem vergifteten Pfeil beschossen.

Thomas doet elke dag een uur gymnastiek.

Thomas macht täglich eine Stunde Gymnastik.

Thomas speelt drie keer per week tennis.

Thomas spielt dreimal die Woche Tennis.

- Tom wil chirurg worden.
- Thomas wil chirurg worden.

Tom will Chirurg werden.

De moeder van Thomas is een vrome katholieke vrouw.

Toms Mutter ist fromme Katholikin.

- Thomas eet graag rauwe oesters.
- Tom eet graag rauwe oesters.

Tom isst gerne rohe Austern.

Thomas zei dat hij de stem van Maria had gehoord.

Tom sagte, er habe Marias Stimme gehört.

Ik was verbaasd toen ik hoorde dat Thomas en Maria getrouwd waren.

Ich wunderte mich, als ich hörte, dass Thomas und Maria verheiratet waren.