Translation of "Spreekt" in German

- Je spreekt.
- U spreekt.
- Gij spreekt.
- Jullie spreken.
- Jij spreekt.
- Ge spreekt.

- Du sprichst.
- Sie sprechen.

- Je spreekt.
- Jij spreekt.

Du sprichst.

Jij spreekt.

Du sprichst.

- Dat spreekt vanzelf.
- Het spreekt voor zich!

Das versteht sich von selbst.

- Mijn moeder spreekt traag.
- Mijn moeder spreekt langzaam.

Meine Mutter spricht langsam.

- Ze spreekt geen Engels.
- Zij spreekt geen Engels.

- Sie spricht kein Englisch.
- Sie kann kein Englisch.

- Ze spreekt eerder snel.
- Ze spreekt behoorlijk snel.

Sie spricht relativ schnell.

- Sorry, spreekt u Engels?
- Excuseer, spreekt u Engels?

Entschuldigung, sprechen Sie Englisch?

- Hij spreekt heel goed.
- Hij spreekt echt goed.

Er spricht wirklich gut.

Hij spreekt snel.

- Er spricht schnell.
- Er redet schnell.

Spreekt ze Engels?

Spricht sie Englisch?

Zij spreekt Russisch.

Sie kann Russisch sprechen.

Spreekt u Japans?

Sprechen Sie Japanisch?

Spreekt u Latijn?

- Sprechen Sie Latein?
- Sprecht ihr Latein?

Jij spreekt Duits.

Du sprichst Deutsch.

Hij spreekt Duits.

Er spricht Deutsch.

Dat spreekt boekdelen.

Das spricht Bände.

Hij spreekt Engels.

Er spricht Englisch.

Spreekt u Shanghainees?

Kannst du Schanghainesisch sprechen?

Spreekt u Nederlands?

Sprechen Sie Niederländisch?

Ze spreekt Duits.

Sie spricht Deutsch.

Spreekt ze Frans?

Spricht sie Französisch?

Hij spreekt Russisch.

Er spricht Russisch.

Hij spreekt Portugees.

- Sie spricht Portugiesisch.
- Er spricht Portugiesisch.

Zij spreekt Frans.

Sie spricht Französisch.

Spreekt u Spaans?

Sprechen Sie Spanisch?

Tom spreekt Frans.

Tom spricht Französisch.

Spreekt u Frans?

Kannst du Französisch sprechen?

Spreekt hij Engels?

Spricht er Englisch?

Ze spreekt luid.

Sie spricht laut.

Hij spreekt Arabisch.

Er spricht Arabisch.

Hij spreekt Chinees.

- Sie spricht Chinesisch.
- Er spricht Chinesisch.

Spreekt Tom Frans?

Spricht Tom Französisch?

Hij spreekt Frans.

Er spricht Französisch.

Spreekt u Macedonisch?

Sprechen Sie mazedonisch?

Spreekt hij Tagalog?

Spricht er Tagalog?

Spreekt u Lets?

Sprechen Sie Lettisch?

Spreekt u Engels?

Sprechen Sie Englisch?

Spreekt u Esperanto?

Sprechen Sie Esperanto?

Spreekt u Catalaans?

Sprechen Sie Katalanisch?

Spreekt u Bulgaars?

Sprechen Sie Bulgarisch?

Spreekt u Italiaans?

Sprechen Sie Italienisch?

Spreekt u Grieks?

- Sprecht ihr Griechisch?
- Sprechen Sie Griechisch?

Zij spreekt Spaans.

Sie spricht Spanisch.

Tom spreekt snel.

Tom redet schnell.

Spreekt u Arabisch?

Sprechen Sie Arabisch?

Wie spreekt er?

Mit wem spreche ich?

Spreekt u Oekraïens?

Sprechen Sie Ukrainisch?