Translation of "Vergeten" in French

- Ben je vergeten?
- Ben je het vergeten?
- Bent u het vergeten?
- Bent u vergeten?

As-tu oublié ?

Niet vergeten.

Ne l'oubliez pas !

Wachtwoord vergeten?

Oublié le mot de passe ?

- Ik wil haar vergeten.
- Ik wil hem vergeten.
- Ik wil het vergeten.

Je veux l'oublier.

- Ik wil hem vergeten.
- Ik wil het vergeten.

- Je ne veux plus en entendre parler.
- J'aimerais l'oublier.
- Je veux l'oublier.

- Ik wil haar vergeten.
- Ik wil hem vergeten.

- Je ne veux plus en entendre parler.
- J'aimerais l'oublier.
- Je veux l'oublier.
- J'aimerais vous oublier.
- Je veux vous oublier.

- Ik wil haar vergeten.
- Ik wil het vergeten.

- Je ne veux plus en entendre parler.
- J'aimerais l'oublier.
- Je veux l'oublier.

- Men is je vergeten.
- Men is u vergeten.

- On t'a oubliée.
- On vous a oubliés.
- On vous a oubliées.
- On t'a oublié.
- On vous a oubliée.
- On vous a oublié.

Ben je vergeten?

As-tu oublié ?

We vergeten nooit.

Nous n'oublions jamais.

Ik werd vergeten.

- On m'a oublié.
- On m'a oubliée.

We vergeten iets.

Nous oublions quelque chose.

Wij vergeten niet.

Nous n'oublions pas.

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben je telefoonnummer vergeten.
- Ik ben jullie telefoonnummer vergeten.

J'ai oublié votre numéro de téléphone.

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben jullie telefoonnummer vergeten.

J'ai oublié votre numéro de téléphone.

- Dat zal ik niet vergeten.
- Ik zal het niet vergeten.

- Je ne l'oublierai pas.
- Je n'oublierai pas cela.

- Ik ben mijn wachtwoord vergeten.
- Ik ben mijn wachtwoord vergeten!

J'ai oublié mon mot de passe.

- Dat zal ik niet vergeten.
- Ik zal dat niet vergeten.

- Je ne l'oublierai pas.
- Je n'oublierai pas cela.

- Je bent je jas vergeten.
- U bent uw jas vergeten.

- Vous avez oublié votre manteau.
- Tu as oublié ton manteau.

- Ik zal je nooit vergeten.
- Ik zal jullie nooit vergeten.

- Je ne t'oublierai jamais.
- Je ne vous oublierai jamais.

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben je telefoonnummer vergeten.

- J'ai oublié votre numéro de téléphone.
- J'ai oublié ton numéro de téléphone.

- Ik zal hem niet vergeten.
- Ik zal haar niet vergeten.

Je ne l'oublierai pas.

- Laten we het gewoon vergeten.
- Laten we het maar vergeten.

- Oublions cela.
- Oublions ça.
- Oublions tout cela.
- Oublions tout ça.

Ik ben het vergeten.

J'ai oublié.

Ben ik iemand vergeten?

Ai-je oublié qui que ce soit ?

Laten we het vergeten!

- Oublions ceci !
- Oublions ça !

Sadako wou dat vergeten.

Sadako voulait oublier tout ça.

Ik ben haar vergeten.

Je l'ai oubliée.

Men is je vergeten.

On t'a oubliée.

Men is u vergeten.

On vous a oubliés.

Heb je niks vergeten?

Tu n'as rien oublié ?

Ik wil dat vergeten.

Je veux oublier.

Ik ben hem vergeten.

Je l'ai oublié.

Dat ben ik vergeten.

J'ai oublié ça.

Laten we ze vergeten!

Oublions-les !

- Ik heb mijn kredietkaart thuis vergeten.
- Ik heb mijn creditcard thuis vergeten.

J'ai oublié ma carte de crédit à la maison.

- Je moet je schoolboeken niet vergeten.
- U moet uw schoolboeken niet vergeten.

Il ne faut pas oublier vos manuels scolaires.

Sorry, ik heb het vergeten.

Désolé, j'ai oublié.

Ik ben mijn pincode vergeten!

- J'ai oublié mon code PIN !
- J'ai oublié mon numéro d'identification personnel !

Ik was het bijna vergeten.

Je l'ai presque oublié.

Ik wil het niet vergeten.

Je ne veux pas oublier.

Zijn we ons geld vergeten?

Avons-nous oublié notre argent ?

Ik ben zijn naam vergeten.

J'ai oublié son nom.

Ze zijn hun paraplu's vergeten.

Ils oubliaient leurs parapluies.

Ik ben het niet vergeten.

Je n'ai pas oublié.

Ik zal je nooit vergeten.

Je ne t'oublierai jamais.

Ik ben het helemaal vergeten.

Je l'oublie complètement.

Ik ben de naam vergeten.

J'ai oublié comment elle s'appelle.

Ik ben je naam vergeten.

- J'ai oublié votre nom.
- J'ai oublié ton nom.

Ik zal jullie nooit vergeten.

Je ne vous oublierai jamais.

Ik zal het niet vergeten.

Je n'oublierai pas.

Tom is zijn paraplu vergeten.

Tom a oublié son parapluie.

Jullie zijn jullie paraplu's vergeten.

Vous avez oublié vos parapluies.

Ik ben het wachtwoord vergeten.

J'ai oublié le mot de passe.

Verleden pijn is vlug vergeten.

Douleur passée est vite oubliée.

Ik kan Maria niet vergeten.

Je ne parviens pas à oublier Mary.

U bent uw jas vergeten.

Vous avez oublié votre manteau.

We zijn het niet vergeten.

Nous n'avons pas oublié.

Dat zal ik nooit vergeten.

Je n'oublierai jamais ça.

Tom is de ketchup vergeten.

Tom a oublié le ketchup.

Tom zal jou nooit vergeten.

Tom ne t'oubliera jamais.

Ik ben haar niet vergeten!

Je ne l'ai pas oubliée.

Ik ben je telefoonnummer vergeten.

J'ai oublié ton numéro de téléphone.