Translation of "Vergeten" in English

0.011 sec.

Examples of using "Vergeten" in a sentence and their english translations:

- Ben je vergeten?
- Ben je het vergeten?
- Bent u het vergeten?
- Bent u vergeten?

Did you forget?

Niet vergeten.

- Don't forget.
- Don't forget!

Wachtwoord vergeten?

Forgot password?

- Ik wil haar vergeten.
- Ik wil het vergeten.

I want to forget her.

- Men is je vergeten.
- Men is u vergeten.

You've been forgotten.

- Ik wil hem vergeten.
- Ik wil het vergeten.

- I don't want to hear about it again.
- I don't want to hear about it anymore.
- I don't want to hear another word about this.

Ben je vergeten?

- Did you forget?
- Have you forgotten?

Ik werd vergeten.

I was forgotten.

We vergeten nooit.

We never forget.

We vergeten iets.

We're forgetting something.

Wij vergeten niet.

- We don't forget.
- We do not forget.

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben je telefoonnummer vergeten.
- Ik ben jullie telefoonnummer vergeten.

I forget your telephone number.

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben jullie telefoonnummer vergeten.

- I forget your telephone number.
- I forgot your phone number.

- Dat zal ik niet vergeten.
- Ik zal het niet vergeten.

- I won't forget that.
- I won't forget.
- I won't forget it.
- I won't forget this.

- Ik ben mijn wachtwoord vergeten.
- Ik ben mijn wachtwoord vergeten!

- I forgot my password.
- I've forgotten my password.

- Dat zal ik niet vergeten.
- Ik zal dat niet vergeten.

I won't forget that.

- Je bent je jas vergeten.
- U bent uw jas vergeten.

You forgot your coat.

- Ik zal je nooit vergeten.
- Ik zal jullie nooit vergeten.

- I'll never forget you.
- I will never forget you.

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben je telefoonnummer vergeten.

- I forget your telephone number.
- I forgot your phone number.

- Mary is haar bril vergeten.
- Mary heeft haar bril vergeten.

Mary forgot her glasses.

- Ik ben het al vergeten.
- Dat was ik al vergeten.

I've already forgotten.

- Ik zal hem niet vergeten.
- Ik zal haar niet vergeten.

- I won't forget that.
- I'll not forget that.

- Laten we het gewoon vergeten.
- Laten we het maar vergeten.

Let's forget it.

Ik ben het vergeten.

I forgot.

Sadako wou dat vergeten.

Sadako wanted to forget about it.

Ik ben haar vergeten.

I've forgotten about her.

Ben ik iemand vergeten?

Did I forget anyone?

Dat ben ik vergeten.

I forgot about that.

Je kunt Tom vergeten.

Forget about Tom.

Ik ben iets vergeten.

I've forgotten something.

Hoe kun je vergeten?

How can you forget?

Men is je vergeten.

You've been forgotten.

Men is u vergeten.

You've been forgotten.

Heb je niks vergeten?

- Did you forget anything?
- Aren't you forgetting something?

Ik wil dat vergeten.

I want to forget about it.

Ben je het vergeten?

Did you forget?

Ik ben niets vergeten.

I did not forget anything.

- Ik heb mijn kredietkaart thuis vergeten.
- Ik heb mijn creditcard thuis vergeten.

- I left my card at home.
- I forgot my credit card at home.

- Ik kan haar blik niet vergeten.
- Ik kan haar look niet vergeten.

I can't forget her look.

Sorry, ik heb het vergeten.

Sorry, I forgot.

Ik was het bijna vergeten.

I almost forgot it.

Ik ben mijn pincode vergeten!

- I forgot my PIN number!
- I've lost my pin number!
- I've forgotten my pin number.

Ik ben zijn naam vergeten.

- I forget his name.
- I forgot what his name was.
- I forgot his name.
- I've forgotten his name.

Dat had ik helemaal vergeten.

I had completely forgotten.

Niemand wil mijn land vergeten.

Nobody wants to forget my country.

Niemand wilde mijn land vergeten.

Nobody wanted to forget my country.

Waar ben je ze vergeten?

Where did you forget them?

Ik wil het niet vergeten.

I don't want to forget.

Zijn we ons geld vergeten?

Did we forget our money?

Een belofte is gauw vergeten.

A promise is quickly forgotten.

Ik zal Tom niet vergeten.

I won't forget Tom.

Ze zijn hun paraplu's vergeten.

They forgot their umbrellas.

Ik ben het niet vergeten.

- I haven't forgotten.
- I have not forgotten.

Ik ben het helemaal vergeten.

I completely forgot it.

Ik zal jullie nooit vergeten.

- I'll never forget you.
- I will never forget you.

Ik zal het niet vergeten.

I won't forget.

Tom is zijn paraplu vergeten.

Tom forgot his umbrella.

Jullie zijn jullie paraplu's vergeten.

You forgot your umbrellas.

Heeft hij het geld vergeten?

- Did he forget the money?
- Has he forgotten the money?

Ik ben het wachtwoord vergeten.

- I forgot my password.
- I've forgotten my password.
- I forgot the password.

Ik kan Maria niet vergeten.

I can't forget Mary.