Translation of "Vergeten" in German

0.066 sec.

Examples of using "Vergeten" in a sentence and their german translations:

- Ben je vergeten?
- Ben je het vergeten?
- Bent u het vergeten?
- Bent u vergeten?

- Hast du es vergessen?
- Haben Sie es vergessen?

Niet vergeten.

- Vergiss es nicht!
- Vergessen Sie es nicht!

Wachtwoord vergeten?

Passwort vergessen?

- Men is je vergeten.
- Men is u vergeten.

Man hat dich vergessen.

- Ik wil hem vergeten.
- Ik wil het vergeten.

Ich will nichts mehr davon hören.

- Heb je niks vergeten?
- Heb je niets vergeten?

Hast du nicht irgendetwas vergessen?

Ben je vergeten?

Hast du es vergessen?

Ik werd vergeten.

Ich geriet in Vergessenheit.

We vergeten nooit.

Wir vergessen nie.

Wij vergeten niet.

Wir vergessen nicht.

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben je telefoonnummer vergeten.
- Ik ben jullie telefoonnummer vergeten.

- Ich habe Ihre Telefonnummer vergessen.
- Ich habe deine Telefonnummer vergessen.

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben jullie telefoonnummer vergeten.

Ich habe Ihre Telefonnummer vergessen.

- Dat zal ik niet vergeten.
- Ik zal het niet vergeten.

Das werde ich nicht vergessen.

- Ik ben mijn wachtwoord vergeten.
- Ik ben mijn wachtwoord vergeten!

Ich habe mein Passwort vergessen.

- Dat zal ik niet vergeten.
- Ik zal dat niet vergeten.

Das werde ich nicht vergessen.

- Ik zal je nooit vergeten.
- Ik zal jullie nooit vergeten.

- Ich werde dich nie vergessen.
- Ich werde dich niemals vergessen.

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben je telefoonnummer vergeten.

Ich habe deine Telefonnummer vergessen.

- Mary is haar bril vergeten.
- Mary heeft haar bril vergeten.

Mary hat ihre Brille vergessen.

- Ik ben het al vergeten.
- Dat was ik al vergeten.

Ich habe das schon vergessen.

- Ik zal hem niet vergeten.
- Ik zal haar niet vergeten.

Das werde ich nicht vergessen.

En zijn helemaal vergeten

und wir haben vollkommen vergessen,

Ik ben het vergeten.

- Ich habe es vergessen.
- Ich hab’s vergessen.

Sadako wou dat vergeten.

Sadako wollte das vergessen.

Laten we het vergeten!

Lass uns das hier vergessen!

Men is je vergeten.

Man hat dich vergessen.

Ben je het vergeten?

Hast du es vergessen?

Ik ben haar vergeten.

Ich habe sie vergessen.

Dat ben ik vergeten.

- Ich habe es vergessen.
- Das habe ich vergessen.
- Ich hab’s vergessen.

Ik ben niets vergeten.

Ich habe nichts vergessen.

- Ik heb mijn kredietkaart thuis vergeten.
- Ik heb mijn creditcard thuis vergeten.

Ich habe meine Kreditkarte zu Hause vergessen.

Sorry, ik heb het vergeten.

Tut mir leid, ich habe es vergessen.

Ik was het bijna vergeten.

- Ich hätte es fast vergessen.
- Ich hätte es beinahe vergessen.

Ik ben mijn pincode vergeten!

- Ich habe meine PIN vergessen!
- Ich habe meine PIN vergessen.

Ik ben zijn naam vergeten.

- Ich habe seinen Namen vergessen.
- Ich hab seinen Namen vergessen.

Ik ben mijn mobieltje vergeten.

Ich habe mein Mobiltelefon vergessen.

Zijn we ons geld vergeten?

Haben wir unser Geld vergessen?

Een belofte is gauw vergeten.

Ein Versprechen ist schnell vergessen.

Ik ben het niet vergeten.

Ich habe es nicht vergessen.

Ik ben je naam vergeten.

Ich habe deinen Name vergessen.

Ik zal jullie nooit vergeten.

Ich werde euch nie vergessen.

Ik zal het niet vergeten.

Ich werde nicht vergessen.

Jullie zijn jullie paraplu's vergeten.

Ihr habt eure Regenschirme vergessen.

Heeft hij het geld vergeten?

Hat er das Geld vergessen?

Wij vergeten onze verjaardag niet.

Wir vergessen unseren Geburtstag nicht.

Ik ben het wachtwoord vergeten.

- Ich habe mein Passwort vergessen.
- Ich habe das Passwort vergessen.

Dat had ik helemaal vergeten.

- Ich hatte es völlig vergessen.
- Ich hatte es glatt vergessen.

Tom zal dit niet vergeten.

Tom wird das nicht vergessen.

Dat zal ik nooit vergeten.

Das werde ich nie vergessen.

Verleden pijn is vlug vergeten.

Der Schmerz von gestern ist schnell vergessen.

Tom is de ketchup vergeten.

- Tom hat das Ketchup vergessen.
- Tom hat den Ketchup vergessen.
- Tom hat den Ketschup vergessen.

Ik zal hem niet vergeten.

Ich werde ihn nicht vergessen.

Ik ben haar niet vergeten!

Ich habe sie nicht vergessen.

Hij is mijn verjaardag vergeten.

Er hat meinen Geburtstag vergessen.

Je bent het vraagteken vergeten.

Du hast das Fragezeichen vergessen.

Ik ben je telefoonnummer vergeten.

Ich habe deine Telefonnummer vergessen.

Ik zal je nooit vergeten.

Ich werde dich nie vergessen.

Ik ben de naam vergeten.

Ich habe den Namen vergessen.

Ik ben mijn naam vergeten.

Ich habe meinen Namen vergessen.

Ik kan je niet vergeten.

Ich kann dich nicht vergessen.

Tom zal Maria nooit vergeten.

Tom wird Maria niemals vergessen.