Translation of "Kalm" in German

- Kalm maar!
- Kalm aan!

Sei gelassen!

Blijf kalm.

Okay, ruhig bleiben.

Blijf kalm!

Bleib gelassen!

Kalm aan.

- Beruhige dich!
- Beruhigen Sie sich.

Ze is kalm.

Sie ist beruhigt.

Tom bleef kalm.

Tom blieb ruhig.

- Blijf rustig!
- Kalm blijven!

Ruhe bewahren!

Tom leek erg kalm.

Tom schien sehr ruhig zu sein.

- Blijf kalm!
- Blijf rustig!

Ruhe bewahren!

Je probeerde kalm te blijven.

Du hast versucht, ruhig zu bleiben.

Doe eens even kalm aan.

- Entspann dich eine Sekunde.
- Entspannen Sie sich eine Sekunde.
- Entspannt euch eine Sekunde.

Blijf hier en blijf kalm.

Bleib hier und verhalte dich ruhig.

Ze zijn veel te kalm.

- Sie sind viel zu ruhig.
- Sie verhalten sich viel zu ruhig.

Hoe kun je zo kalm zijn?

- Wie kannst du nur so gelassen sein?
- Wie könnt ihr nur so gelassen sein?
- Wie können Sie nur so gelassen sein?

- Ik ben rustig.
- Ik ben kalm.

Ich bin ruhig.

Doe kalm aan met het bier.

Übertreibe mit dem Bier nicht!

- Hou je wat in!
- Kalm maar!

Bleib bekleidet!

Ik was zo kalm als een komkommer.

Ich war die Ruhe selbst.

Na de storm was de zee kalm.

- Nach dem Unwetter war das Meer ruhig.
- Nach dem Sturm war die See ruhig.

- Rustig aan, alsjeblieft.
- Doe alsjeblieft rustig aan.
- Doe rustig aan, alsjeblieft.
- Wees alsjeblieft kalm.
- Wees kalm, alsjeblieft.

Bitte beruhige dich.

Na de storm werd de zee terug kalm.

Nach dem Sturm wurde das Meer wieder ruhig.

- Ontspan u!
- Rustig aan.
- Rustig maar.
- Kalm aan.

- Beruhige dich!
- Immer mit der Ruhe.

Blijf kalm. Je zult morgen je beloning krijgen.

Immer mit der Ruhe! Du wirst deine Belohnung morgen bekommen.

- De oceaan was rustig.
- De zee was kalm.

Der Ozean war ruhig.

Ik was kalm totdat ik de spuit zag.

Ich war ruhig, bis ich die Spritze sah.

- Ontspan u.
- Ontspan u!
- Rustig.
- Rustig maar.
- Kalm aan.

Beruhigen Sie sich.

- Kalmeer je!
- Rustig.
- Kalmeer je.
- Rustig aan.
- Rustig maar.
- Kalm aan.

Beruhige dich!

In contrast met zijn angstaanjagende uiterlijk, was zijn stem vriendelijk en kalm.

Im Gegensatz zu seinem erschreckenden Aussehen war seine Stimme sanft und ruhig.

- Kalmeer je!
- Rustig.
- Kalmeer je.
- Rustig aan.
- Rustig maar.
- Kalm aan.
- Ga afkoelen!

- Beruhige dich!
- Reg dich ab!

- Blijf rustig.
- Houd je rustig.
- Hou je rustig.
- Blijf kalm.
- Blijf stil.
- Blijf koel.

Bleib ruhig.

- Ik was kalm totdat ik de spuit zag.
- Ik was rustig totdat ik de injectienaald zag.

Ich war ruhig, bis ich die Spritze sah.

- Ontspan u.
- Rustig aan!
- Rustig, rustig!
- Ontspan u!
- Kalmeer je!
- Rustig.
- Ontspan je.
- Rustig maar.
- Kalm aan.

Entspann dich.

- Blijf rustig.
- Houd je rustig.
- Kalmeer je!
- Rustig.
- Hou je rustig.
- Blijf kalm.
- Blijf stil.
- Blijf koel.

- Bleib ruhig.
- Bleiben Sie ruhig.