Translation of "Druk" in German

Druk erop.

Drück drauf.

- Ze hebben het druk.
- Zij hebben het druk.

- Sie haben zu tun.
- Sie sind beschäftigt.

- Je had het druk.
- Je was druk bezig.

Du warst beschäftigt.

- Ik was druk bezig.
- Ik had het erg druk.

Ich war sehr beschäftigt.

- Ik heb het erg druk.
- Ik ben druk bezig.

- Ich bin sehr beschäftigt.
- Ich bin zu sehr beschäftigt.

- Je lijkt druk bezig.
- Je lijkt het druk te hebben.

- Du siehst beschäftigt aus.
- Du scheinst beschäftigt zu sein.

Ik was druk bezig.

Ich war sehr beschäftigt.

We hebben het druk.

Wir sind beschäftigt.

Tom heeft het druk.

- Tom ist beschäftigt.
- Tom hat zu tun.

Tom had het druk.

Tom war beschäftigt.

Hij had het druk.

Er war beschäftigt.

Heeft hij het druk?

Ist er beschäftigt?

Druk op de knop.

Drücke den Druckknopf!

Iedereen was heel druk.

Alle hatten viel zu tun.

Druk op de shifttoets.

- Drücke die Umschalttaste.
- Drücke die Hochstelltaste.

- Ik heb het vandaag erg druk.
- Ik ben vandaag heel druk bezig.

Ich bin heute sehr beschäftigt.

Nee, ze hebben het druk.

Nein, sie sind beschäftigt --

Druk je gedachten klaar uit.

Drücke deine Gedanken klar aus.

Ze is zeker druk bezig.

Sie ist bestimmt sehr beschäftigt.

Ze heeft het heel druk.

Sie ist sehr beschäftigt.

Druk nooit op deze knop.

Drücke niemals diesen Knopf.

Heb je het altijd druk?

Bist du immer so beschäftigt?

Ik ben een druk baasje.

- Ich habe viel zu tun.
- Ich bin sehr beschäftigt.

Ik had het gisteren druk.

Ich war gestern beschäftigt.

Mijn vader had het druk.

Mein Vater war beschäftigt.

Ik heb het druk vandaag.

Ich bin heute beschäftigt.

Er is druk verkeer hier.

Hier ist dichter Verkehr.

Waarom ben je zo druk?

Warum bist du so beschäftigt?

Druk niet op de knop!

Den Knopf nicht drücken!

Daarom heb ik het druk.

Aus diesem Grund ist bei mir besetzt.

Misschien hebben ze het druk.

Vielleicht sind sie beschäftigt.

Druk je idee duidelijk uit.

Drücke deine Gedanken klar aus.

Ik sta altijd onder druk.

- Ich bin ständig unter Druck.
- Ich stehe dauernd unter Druck.

Druk uw gedachten duidelijk uit.

Drücken Sie Ihre Gedanken deutlich aus!

Tom was vandaag erg druk.

Tom war heute sehr beschäftigt.

Ik ben niet altijd druk.

Ich bin nicht immer beschäftigt.

Het is hier erg druk.

Hier drin ist es übervoll.

Druk niet op die knop.

Den Knopf nicht drücken!

- Ik was druk bezig deze week.
- Ik heb het deze week erg druk gehad.

Ich war diese Woche sehr beschäftigt.

Druk zijn is bijna een ereteken

Beschäftigtsein gehört zum guten Ton

Maar zij heeft het te druk.

Aber sie hat keine Zeit für so etwas.

Ik heb het nu niet druk.

Ich bin nicht beschäftigt.

- Ze waren bezig.
- Ze waren druk.

Sie waren beschäftigt.

Ik had het gisteren erg druk.

Ich war gestern sehr beschäftigt.

Jullie zijn altijd zo druk bezig.

Ihr seid immer so beschäftigt.

Ik heb het druk met huiswerk.

Ich bin mit Hausaufgaben beschäftigt.

Druk niet op deze blauwe knop.

Berühre nicht diesen blauen Knopf!

Ik ben vandaag heel druk bezig.

Ich bin heute sehr beschäftigt.

Mijn vader heeft het nu druk.

- Mein Vater ist gerade beschäftigt.
- Mein Vater ist jetzt beschäftigt.

Het is gewoonlijk niet zo druk.

Normalerweise ist nicht so viel los.

Waar maak je je druk om?

- Worum machst du dir Sorgen?
- Was beunruhigt Sie?

Lijkt Tom het druk te hebben?

- Sah Tom beschäftigt aus?
- Hat Tom einen beschäftigten Eindruck gemacht?

De paus heeft het heel druk.

Der Papst hat sehr viel zu tun.

Ik heb het vandaag niet druk.

Heute bin ich nicht sehr beschäftigt.

- Ik heb het erg druk.
- Ik ben druk bezig.
- Ik heb erg veel te doen.

- Ich bin sehr beschäftigt.
- Ich habe sehr viel zu tun.

Maar noem het niet langer idioot druk.

Aber hören Sie auf, sie "wahnsinnig" zu nennen.

Zolang de druk deze kant op staat...

Und solange der Druck in diese Richtung verläuft,

En ik werd ziek van de druk.

Und ich wurde krank von all dem Druck.

Help hem als hij het druk heeft.

Hilf ihm, wenn er beschäftigt ist.

Tom heeft het nu heel druk, nietwaar?

Tom ist jetzt sehr beschäftigt, nicht wahr?

Ik had het vorige week niet druk.

Ich war nicht beschäftigt letzte Woche.

Ze was druk bezig met haar huiswerk.

Sie war mit ihren Hausaufgaben beschäftigt.

Deze week is het het ontzettend druk.

Ich bin diese Woche sehr beschäftigt.

Heb je het druk op het moment?

- Bist du im Moment beschäftigt?
- Bist du gerade beschäftigt?

Momenteel heb ik het niet erg druk.

Ich bin jetzt nicht sehr beschäftigt.

Het was zeer druk in de cafetaria.

Die Kantine war brechend voll.