Translation of "Denkt" in German

Tom denkt.

Tom denkt.

- Wat denkt ge, dokter?
- Wat denkt u, dokter?

Was meinen Sie, Doktor?

- Zeg wat ge denkt.
- Zeg wat je denkt.

- Sagt, was ihr denkt.
- Sagen Sie, was Sie denken.

Wat denkt u?

Was haltet ihr da davon?

Dat denkt iedereen.

So denken alle.

Iedereen denkt dat.

Alle denken so.

Dat denkt niemand.

Das denkt niemand.

Niemand denkt zo.

Niemand denkt so.

Iedereen denkt hetzelfde.

Jeder denkt dasselbe.

- Vertel eens waar je aan denkt.
- Zeg wat je denkt.

Sag, was du denkst.

Je denkt te veel.

- Du denkst zu viel.
- Sie denken zu viel nach.
- Du denkst zu viel nach.
- Ihr denkt zu viel nach.

Waarom denkt ge dat?

Wieso glauben Sie das?

Zeg wat je denkt.

Sag, was du denkst.

De meerderheid denkt zo.

Die meisten denken so.

Zo denkt hij erover.

Das ist seine Meinung.

- Ze denkt constant aan hem.
- Ze denkt de hele tijd aan hem.

Sie denkt ständig an ihn.

- Wat denkt ge over deze zaak?
- Wat denkt u over deze zaak?

- Wie seht ihr diese Angelegenheit?
- Wie sehen Sie diese Angelegenheit?

Hij zegt wat hij denkt.

Er sagt, was er denkt.

Wie denkt er zo over?

Wer denkt so?

Wat denkt je vrouw erover?

Wie denkt deine Frau darüber?

Wat denkt Tom eigenlijk wel?

Was denkt sich Tom eigentlich?

Tom denkt aan zijn toekomst.

Tom denkt an seine Zukunft.

Tom denkt altijd aan eten.

Tom denkt immer ans Essen.

Wat denkt hij over mij?

Was denkt er über mich?

Alles te geloven wat je denkt!

alles zu glauben, was du denkst -- so herum!

Wat denkt ge over de Golfoorlog?

Was denkst du über den Golfkrieg?

Denkt ge dat vissen kunnen horen?

Glaubst du, dass Fische hören können?

Vertel eens waar je aan denkt.

Sag mir, was du denkst.

Liefde is niet wat je denkt.

Liebe ist nicht das, was du denkst.

Mary denkt dat vechtsporten dom zijn.

- Mary findet, dass Kampfsport albern ist.
- Mary denkt, dass Kampfsportarten blöd sind.

Het is niet wat je denkt.

Es ist nicht das, was du denkst!

Iedereen denkt dat ik dood ben.

Alle glauben, ich wäre tot.

Tom denkt dat het hier spookt.

Tom glaubt, dass es hier spukt.

Wat denkt u van dat plan?

- Was halten Sie von diesem Plan?
- Was haltet ihr von diesem Plan?

Je denkt alleen maar aan eten.

Du denkst nur ans Essen.

Melanie denkt dat het gaat regenen.

Melanie glaubt, dass es regnen wird.

Wat denkt u van moderne kunst?

- Was hältst du von moderner Kunst?
- Was halten Sie von moderner Kunst?

Hij denkt dat hij alles weet.

- Er glaubt, alles zu wissen.
- Er bildet sich ein, alles zu wissen.

Denkt u dat ik achterlijk ben?

Denken Sie, ich wäre dumm?

Tom denkt dat het gaat regenen.

Tom glaubt, dass es regnen wird.

Denkt u na over de dood?

Denken Sie über den Tod nach?

Denkt u dat Mary onschuldig is?

- Denkst du, Mary ist unschuldig?
- Denken Sie, dass Mary unschuldig ist?

- Wat denk je?
- Wat denkt u?

Was ist deine Meinung?

Wat maakt dat jij zo denkt?

Was hat dich dazu gebracht so zu denken?

Ze denkt dat hij onschuldig is.

Sie glaubt, dass er unschuldig ist.

Hoe denkt u nu over hen?

Was halten Sie jetzt von denen?

"Waaraan denkt u?" - "Aan de lunchtijd."

„Woran denken Sie?“ – „An die Mittagspause.“

- Het is niet zo moeilijk als je denkt.
- Het is niet zo moeilijk als u denkt.

- Es ist nicht so schwierig, wie du denkst.
- Es ist nicht so schwer, wie Sie denken.
- Das ist nicht so schwierig, wie ihr denkt.

U heeft het recht om alles te zeggen wat u denkt ... zolang u denkt als ik.

- Du darfst alles sagen, was du denkst... wenn du denkst wie ich.
- Sie dürfen alles sagen, was Sie denken... wenn Sie denken wie ich.

Iedereen denkt erover om de wereld te veranderen, maar niemand denkt erover om zichzelf te veranderen.

Jeder denkt daran, die Welt zu verändern, aber niemand denkt daran, sich selbst zu verändern.

De dingen die je denkt te weten

Das, was Sie zu wissen glauben,

Ze denkt dat ze altijd gelijk heeft.

Sie meint immer, recht zu haben.

Het is veel later dan je denkt.

Es ist viel später, als du denkst.

Ze denkt de hele tijd aan hem.

Sie denkt ständig an ihn.

Ze denkt dat ze een genie is.

- Sie denkt, sie wäre ein Genie.
- Sie hält sich für ein Genie.

Hij denkt dat hij het kan bewijzen.

Er glaubt, er könne es beweisen.

Het kan ingewikkelder zijn dan je denkt.

Es kann komplizierter sein, als du denkst.

Jij denkt dat ik gek ben, hè?

Du denkst, dass ich verrückt bin, nicht wahr?

De toekomst is dichterbij dan je denkt.

Die Zukunft ist näher, als du denkst.

Wat denkt ge van de nieuwe leraar?

- Was denkst du über den neuen Lehrer?
- Was hältst du von dem neuen Lehrer?

Tom heeft geen idee wat Maria denkt.

Tom hat nicht die geringste Ahnung, was Mary gerade denkt.

Iedereen denkt het, maar niemand zegt het.

- Jeder denkt es, aber keiner sagt es.
- Jeder denkt es, aber keiner spricht es aus.