Translation of "Apotheek" in German

0.009 sec.

Examples of using "Apotheek" in a sentence and their german translations:

Waar is de apotheek?

Wo ist die Apotheke?

Bezitten jullie een apotheek?

Habt ihr eine Apotheke?

Waar is de dichtstbijzijnde apotheek?

Wo ist die nächste Apotheke?

Ik moet naar de apotheek.

Ich muss in die Apotheke.

Waar is hier een apotheek?

- Wo ist hier eine Apotheke?
- Wo gibt es hier eine Apotheke?

Ze verkoopt medicamenten in de apotheek.

Sie verkauft Medikamente in der Apotheke.

Wat is de naam van uw apotheek?

Wie heißt deine Apotheke?

Je hebt geneesmiddelen gezonden uit je apotheek.

Sie haben Medikamente aus ihrer Apotheke gesendet.

Is hier in de buurt een apotheek?

Ist hier in der Nähe eine Apotheke?

De sauna is de apotheek van de armen.

Die Sauna ist die Apotheke der Armen.

Is hier ook een apotheek in de buurt?

Ist hier in der Gegend auch eine Apotheke?

De jonge apotheker besloot om een apotheek te openen.

Der junge Apotheker beschloss, eine Apotheke zu gründen.