Translation of "Zinken" in French

- We zijn aan het zinken.
- We zinken.

- Nous coulons.
- Nous sommes en train de couler.

Boten kunnen zinken.

Les bateaux peuvent couler.

- Zakken we weg?
- Zijn we aan het zinken?
- Zinken we?

Sommes-nous en train de couler ?

Ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.

Ils coulèrent dix navires ennemis.

- Je zonk.
- Je was aan het zinken.

Tu coulais.

- Het schip zinkt!
- Het schip zal zinken!

Le bateau va couler !

- Onze boot zinkt.
- Onze boot is aan het zinken.

Notre bateau coule.

We zinken steeds dieper in een moeras van schulden.

Nous nous enfonçons de plus en plus dans un abîme de dettes.