Translation of "Vrijdag" in French

0.020 sec.

Examples of using "Vrijdag" in a sentence and their french translations:

- Vandaag is het vrijdag.
- Het is vandaag vrijdag.

- Aujourd'hui, nous sommes vendredi.
- Aujourd'hui, c'est vendredi.

Woensdag? Donderdag? Vrijdag?

Mercredi ? Jeudi ? Vendredi ?

- Ik bel je vrijdag.
- Ik zal je vrijdag bellen.

Je t'appellerai vendredi.

- Wat dacht je van vrijdag?
- Wat dacht u van vrijdag?
- Wat dachten jullie van vrijdag?

- Que diriez-vous de vendredi ?
- Que dirais-tu de vendredi ?

Vandaag is het vrijdag.

Aujourd'hui, nous sommes vendredi.

Eindelijk is het vrijdag.

Enfin, c'est vendredi.

Gisteren was het vrijdag.

Hier, nous étions vendredi.

Lees voor vrijdag hoofdstuk 4.

Lis le chapitre 4 pour vendredi.

Mijn vader stierf op een vrijdag.

Mon père est mort un vendredi.

Het ongeluk vond op vrijdag plaats.

L'accident a eu lieu vendredi.

Hij werkt van maandag tot vrijdag.

Il travaille du lundi au vendredi.

Het sneeuwde van maandag tot vrijdag.

Il a neigé de lundi à vendredi.

We gaan uit eten op vrijdag.

Nous sortons manger vendredi.

Ze kijken alleen tv op vrijdag.

- Ils ne regardent la télé que le vendredi.
- Elles ne regardent la télé que le vendredi.

Mevrouw Klein geeft elke vrijdag een test.

Mademoiselle Klein fait passer un test chaque vendredi.

Deze vergadering is verschoven naar vrijdag aanstaande.

Cette réunion a été reportée à vendredi prochain.

Het gesprek is voor deze vrijdag gepland.

L'entrevue est prévue ce vendredi.

Ik stel voor dat we op vrijdag vertrekken.

Je propose que l'on sorte le vendredi.

Het museum is geopend van maandag tot vrijdag.

Le musée est ouvert du lundi au vendredi.

"Zien we elkaar volgende week vrijdag terug in het hetzelfde café?" - "Goed."

« Est-ce que nous nous retrouvons vendredi prochain au même café ? » « D'accord. »

Een week heeft zeven dagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.

Une semaine a sept jours : lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi et dimanche.

De dagen van de week zijn maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.

Les jours de la semaine sont le lundi, le mardi, le mercredi, le jeudi, le vendredi, le samedi et le dimanche.

Aandelenbeurzen in Azië koersten vrijdag ook hoger nadat donderdag nog enorme verliezen werden geleden.

Les marchés boursiers en Asie se sont également inscrits en hausse vendredi, après avoir enregistré d'énormes pertes jeudi.

Ik herinner het me niet precies, maar ik veronderstel dat het vorige week vrijdag was.

Je ne me souviens pas exactement mais je suppose que c'était vendredi dernier.

Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de zeven dagen van de week.

Lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi et dimanche sont les sept jours de la semaine.

De AEX en andere aandelenbeurzen in Europa openden vrijdag hoger nadat Aziatische aandelen eerder ook al stegen.

L'AEX et d'autres bourses européennes ont ouvert à la hausse vendredi, après que les actions asiatiques aient augmenté plus tôt.