Translation of "Woensdag" in French

0.016 sec.

Examples of using "Woensdag" in a sentence and their french translations:

- Vandaag is het woensdag.
- Het is vandaag woensdag.
- Het is woensdag.

- On est mercredi.
- Aujourd'hui on est mercredi.

- Vandaag is het woensdag.
- Het is vandaag woensdag.

- Aujourd'hui on est mercredi.
- Aujourd'hui c'est mercredi.

Woensdag? Donderdag? Vrijdag?

Mercredi ? Jeudi ? Vendredi ?

Het is woensdag.

- C'est mercredi.
- On est mercredi.

Komende woensdag is oké.

Mercredi prochain conviendra.

Vandaag is het woensdag. Ik lees.

Aujourd'hui c'est mercredi. Je suis en train de lire.

Sinds afgelopen woensdag is ze ziek.

Elle est malade depuis mercredi dernier.

Uiterlijk woensdag wordt je pakket bezorgd.

Ton colis sera livré au plus tard le mercredi.

We gaan elke woensdag naar het park.

Tous les mercredis nous allons au parc.

Moeder koopt elke woensdag een grote lap varkensvlees bij de slager.

Maman achète une grosse tranche de porc tous les mercredis chez le boucher.

Een week heeft zeven dagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.

Une semaine a sept jours : lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi et dimanche.

De dagen van de week zijn maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.

Les jours de la semaine sont le lundi, le mardi, le mercredi, le jeudi, le vendredi, le samedi et le dimanche.

Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de zeven dagen van de week.

Lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi et dimanche sont les sept jours de la semaine.

- Ze kunnen maandag of dinsdag komen, maar niet woensdag of donderdag.
- Ze kunnen komen op een maandag of een dinsdag, maar niet op een woensdag of een donderdag.
- Ze kunnen 's maandags of dinsdags komen, maar niet 's woensdags of donderdags.

Ils peuvent venir le lundi ou le mardi, mais pas le mercredi ou le jeudi.

- Ze kunnen maandag of dinsdag komen, maar niet woensdag of donderdag.
- Ze kunnen 's maandags of dinsdags komen, maar niet 's woensdags of donderdags.

Ils peuvent venir lundi ou mardi, mais pas mercredi ou jeudi.

- Ze kunnen komen op een maandag of een dinsdag, maar niet op een woensdag of een donderdag.
- Ze kunnen 's maandags of dinsdags komen, maar niet 's woensdags of donderdags.

Ils peuvent venir le lundi ou le mardi, mais pas le mercredi ou le jeudi.

De verdachte, Tom Schneider, wordt ervan beschuldigd Maria Schmidt in de nacht van woensdag 13 op donderdag 14 februari 2013 te hebben vermoord in haar appartement aan de Berliner Allee 13 b.

L'accusé, Tom Schneider, est poursuivi pour le meurtre de Mme Maria Schmidt dans son appartement au 13 b Berliner Allee dans la nuit du mercredi 13 au jeudi 14 février 2013.